Zorgplicht bij bedrijfsmoeilijkheden franchisenemer

Zorgplicht bij bedrijfsmoeilijkheden franchisenemer

Rechtbank te Zwolle

De onderhavige kwestie heeft onlangs de kranten gehaald, omdat nieuws over deze kwestie ‘op straat’ was komen te liggen. Een franchisenemer van de ‘Fast-food’ keten ‘Kentucky Fried Chicken’ laat zijn schulden aan de franchisegever, uit hoofde van geleverde goederen en diensten, onbetaald. Partijen overleggen over de aflossing van deze schulden maar komen uiteindelijk niet tot overeenstemming.

De franchisegever besluit om die reden conservatoir beslag te leggen ten laste van de moedermaatschappij van de franchisenemer. Deze moedermaatschappij was immers – op grond van contractuele bepalingen – hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de franchisenemer. Verder dient de franchisegever een verzoek tot faillissement in met betrekking tot de franchisenemer zelf.

De franchisenemer is van mening dat hier sprake is van misbruik van recht, omdat het leggen van conservatoir beslag enkel gezien dient te worden als het door de franchisegever moedwillig ‘platleggen’ van de franchisenemer. Met dit doel zijn ook de faillissementsverzoeken ingediend. Verder is het beslag onnodig, omdat hierdoor betaling van de openstaande schulden enkel langer zal duren. De franchisenemer vraagt dan ook om opheffing van het beslag, omdat de franchisegever zich niet gedraagt als een zorgvuldig franchisegever.

De rechter is echter van oordeel dat er geen sprake is van misbruik van recht, omdat de franchisegever er bewust voor heeft gekozen om geen beslag ten laste van de franchisenemer zelf te leggen, maar bij de moedermaatschappij. Omdat niet is gebleken dat een beslag ten laste van de moedermaatschappij ook de franchisenemer raakt, is er – aldus de rechter – geen sprake van een situatie dat de franchisegever haar zorgplicht zou hebben verzaakt. Het beslag blijft dan ook gehandhaafd.

Naar de beweegredenen van de franchisegever kan enkel gegist worden, doch het is ook niet uit te sluiten dat zij het leggen van beslag – mede – heeft verricht om het faillissementsverzoek meer kans op succes te geven. Dat is op zichzelf een zonder meer betoogbare strategie, doch uit het vonnis van de rechtbank blijkt dat dergelijke ‘één-tweetjes’ (het leggen van beslag + het aanvragen van faillissement) in bepaalde gevallen wel degelijk een schending kan opleveren terzake de zorgplicht van de franchisegever. Denk, bijvoorbeeld, aan een situatie waarbij het gelegde beslag en het direct daarop volgende verzoek tot faillissement de franchisenemer zelf betreffen. In dat geval zou er dus wel sprake kunnen zijn van het schenden van de zorgplicht en een misbruik van recht met alle consequenties van dien.

Overigens is onlangs bekend geworden dat de franchisegever met de curatoren van de (thans: voormalige) franchisenemer een akkoord heeft bereikt, zodat de restaurants weer spoedig voor het publiek geopend konden worden. De franchisegever was verheugd met deze ontwikkeling en ook de curatoren toonden zich tevreden met het bereikte resultaat. Wat de (voormalige) franchisenemer er van vindt blijkt niet uit de betreffende publicatie doch laat zich zonder meer raden.

Mr J.H. Kolenbrander – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchisegids: “Rechter stelt franchisenemers Domino’s opnieuw in het gelijk” – d.d. 3 september 2019 – mr. R.C.W.L. Albers

Begin 2018 hebben nagenoeg alle franchisenemers van Domino’s en de Vereniging van Domino’s Pizza Franchisenemers een tweetal kwesties aan de rechter te Rotterdam voorgelegd.

Artikel De Nationale Franchisegids: “De tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst” – 12 augustus 2019 – mr. J.A.J. Devilee

Een franchiseovereenkomst kan op vele manieren tussentijds eindigen.

Door mr. J.A.J. Devilee|23-08-2019|Categorieën: Franchise-kenniscentrum/ Nationale Franchise- en Formulebrief-publicaties|

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Kamervragen gesteld over (schijn-)zelfstandigheid franchisenemers” – d.d. 24 juli 2019 – mr. M. Munnik

Over de zogenaamde schijnzelfstandigheid binnen de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer zijn onlangs Kamervragen gesteld.

Franchisenemer mag assortiment vreemd inkopen na verplichte formulewijziging – 6 juni 2019 – mr. J.A.J. Devilee

De rechtbank Oost-Brabant heeft zich onlangs in kort geding gebogen over een belangwekkende kwestie waarin een franchisenemer geheel onvrijwillig een alternatieve formule opgedrongen heeft gekregen.

Door mr. J.A.J. Devilee|06-06-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant