Wettelijke kwalificatie van samenwerking

Het Gerechtshof Amsterdam heeft in een arrest van 15 september 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:3847) verhelderend uiteengezet dat de wettelijke definitie van een samenwerking leidend is voor de vraag hoe de samenwerking juridisch te kwalificeren is. In dit geval ging het om de vraag of er sprake was van een agentuurovereenkomst. Dit is van belang, omdat de wet bij agentuurovereenkomsten een aantal dwingend wettelijke bepalingen kent, onder meer over de wijze van beëindiging van de samenwerking en het recht van de agent op een klantvergoeding.

Het Gerechtshof overweegt dat een agentuurovereenkomst (blijkens de in artikel 7:428 BW gegeven definitie) een overeenkomst is waarbij de ene partij (de principaal) de andere partij (de handelsagent) opdraagt om voor een bepaalde of voor onbepaalde tijd tegen beloning te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen de principaal en opdrachtgevers zonder aan de principaal ondergeschikt te zijn. Het enkele feit dat door de bemoeiingen van de ene partij (door hem aangeduid als bemiddeling) koopovereenkomsten tot stand kwamen tussen de principaal en derden, impliceert op zich zelf niet dat de overeenkomst tussen partijen als een agentuurovereenkomst moet worden aangemerkt. Kenmerkend voor een agentuurovereenkomst is immers niet dat de opdrachtnemer bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen zijn opdrachtgever en een derde, maar juist dat de opdrachtnemer in beginsel alleen beloond wordt (door middel van het ontvangen van provisie) indien en voor zover er door diens bemoeiingen overeenkomsten tussen de principaal en derden tot stand komen.

Ongeacht de benaming van een samenwerking tussen twee handelspartners, zullen de wettelijke definities het uitgangspunt. Benamingen als dealerovereenkomst, partnerovereenkomst, franchiseovereenkomst, aansluitingsovereenkomst, resellerovereenkomst, samenwerkingsovereenkomst, distributieovereenkomst etc., juridische kwalificatie blijft voorop staan.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchisegids: “Verdeling van (potentiële) klanten verboden?” – 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Binnen veel franchiseorganisaties worden afspraken gemaakt over de werving van (potentiële) klanten in een bepaald gebied.

Rayonbescherming geen bescherming tegen beëindiging wegens dringend eigen gebruik – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Kan franchisegever als verhuurder de huurovereenkomst beëindigen wegens dringend eigen gebruik, in de zin van rayonbescherming, terwijl dit op grond van de franchiseovereenkomst uitgesloten zou zijn.

Door Alex Dolphijn|17-09-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , , , , |

Onredelijke vergoeding bij einde franchiseovereenkomst – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

In sommige franchiseovereenkomsten is bedongen dat de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst altijd minimaal een bepaald bedrag aan kosten verschuldigd is aan de franchisegever.

Door Alex Dolphijn|17-09-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Artikel De Nationale Franchisegids: “Rechter stelt franchisenemers Domino’s opnieuw in het gelijk” – d.d. 3 september 2019 – mr. R.C.W.L. Albers

Begin 2018 hebben nagenoeg alle franchisenemers van Domino’s en de Vereniging van Domino’s Pizza Franchisenemers een tweetal kwesties aan de rechter te Rotterdam voorgelegd.

Artikel De Nationale Franchisegids: “De tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst” – 12 augustus 2019 – mr. J.A.J. Devilee

Een franchiseovereenkomst kan op vele manieren tussentijds eindigen.

Door mr. J.A.J. Devilee|23-08-2019|Categorieën: Franchise-kenniscentrum/ Nationale Franchise- en Formulebrief-publicaties|
Ga naar de bovenkant