Wettelijke handelsrente in de franchiserelatie

In de dagelijkse praktijk vormen betalingsachterstanden vaak de aanleiding voor juridische geschillen. De financiële schade die ontstaat door het niet of te laat betalen is groot, en de overheid heeft dit enkele jaren terug onderkend met nieuwe wetgeving. Tot december 2002 kende de wet namelijk maar één wettelijke rente: die uit artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW). Deze regeling is uitgebreid en sinds december maakt de wet een onderscheid tussen de ‘gewone’ wettelijke rente en de nieuwe wettelijke ‘handelsrente’, die is opgenomen in artikel 6:119a BW. De wettelijke handelsrente is een rente, die speciaal is bedoeld om financiële schade door betalingsachterstanden in professionele handelstransacties te voorkomen.

Deze wettelijke handelsrente is samengesteld door de Europese herfinancieringrente, verhoogd met maar liefst 7 procentpunten. Op dit moment bedraagt de handelsrente daardoor 10,58%. Ter vergelijking, de ‘gewone’ wettelijke rente bedraagt per 1 januari 2007 6%.

Wanneer is de handelsrente van toepassing?

De handelsrente is van toepassing op schulden die ontstaan uit handelsovereenkomsten. Dit zijn overeenkomsten waarin een partij een dienst of een goed levert aan de andere partij, die daarvoor een vergoeding betaalt, zoals bij franchiseovereenkomsten. De handelsrente is nadrukkelijk niet van toepassing op overeenkomsten die met consumenten worden aangegaan.
In geval voor betaling van facturen geen regeling is afgesproken is in de regel de wettelijke handelsrente verschuldigd na de dertigste dag na factuurdatum, is een uiterste dag van betaling afgesproken dan is de wettelijke rente verschuldigd na verstrijken van de uiterste dag van betaling.

Als voorbeeld, de franchisegever levert goederen aan een franchisenemer. Partijen hebben afgesproken dat facturen binnen 14 dagen moeten worden betaald. Pas na 40 dagen wordt de rekening betaald. Dit betekent dat de franchisenemer over 26 dagen rente (10,58%) verschuldigd is.

Conclusie

Gezien de hoogte van de rente voet kan het raadzaam zijn franchiseovereenkomsten of algemene voorwaarden af te stemmen op de wettelijke handelsrente. Immers, onder toepassing van de wettelijke handelsrente kan het factuurbedrag bij niet tijdige betaling aanzienlijk oplopen. Mocht de franchisenemer het niet eens zijn met de inhoud van een factuur dan is het zeker raadzaam tijdig te reclameren bij de franchisegever.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik

Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid

Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans

Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...

Door mr. K. Bastiaans|25-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.

Door Alex Dolphijn|02-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1

Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.

Misleiding bij de werving van een franchisenemer?

Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.

Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik

Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...

Ga naar de bovenkant