Wettelijk verbod op eenzijdig wijzigen van openingstijden door franchisegever – 13 juli 2020 – mr. J. Sterk

Door Gepubliceerd Op: 13-07-2020Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

De staatssecretaris diende op 9 juli 2020 een wetsvoorstel in bij de Tweede
Kamer dat, kort samengevat, inhoudt dat de winkelier niet gebonden mag zijn
aan eenzijdige wijziging van de openingstijden, gedurende de looptijd van
de overeenkomst. Het wetsvoorstel werd ingegeven om de druk te verminderen
op het MKB van met name vastgoedeigenaren, winkeliersverenigingen en het
grootwinkelbedrijf om steeds langere openingstijden aan te moeten houden,
door eenzijdige wijzigingsbepalingen in de huurovereenkomst. 

Opmerkelijk is dat nu in de memorie van toelichting veelvuldig en expliciet
wordt opgemerkt dat dit verbod ook geldt voor franchisegevers die
franchisenemers eenzijdig zouden verplichten hun openingstijden te moeten
wijzigen, met een beroep op eenzijdige wijzigingsbevoegdheid in de
franchiseovereenkomst. In de memorie van toelichting wordt de
huurovereenkomst in een adem genoemd met de franchiseovereenkomst. Indien
de wet wordt aangenomen, mag de franchisenemer besluiten die gewijzigde
openingstijden naast zich neer te leggen, indien daarover niet al bij het
aangaan van de franchiseovereenkomst concrete afspraken over waren gemaakt.

Het wetsvoorstel biedt dan ook een forse aanvulling op de rechtsbescherming
van franchisenemers in relatie tot de recent aangenomen Wet franchise.

Recentelijk verzetten een groot deel van de franchisenemers van Domino’s
zich ook al zonder deze wet met succes tegen de door de franchisegever
verplicht gestelde lunch opening. Zij konden zich echter beroepen op het
ontbreken van een eenzijdige wijzigingsbevoegdheid. Na invoering van deze wet genieten ook
franchisenemers, die zich wel gebonden weten aan een eenzijdig
wijzigingsbeding, deze extra rechtsbescherming. Zelfs als zij niet huren.
Voor franchisegevers wordt het nog belangrijker om bij het aangaan van de
franchiseovereenkomst goede afspraken te maken over de openingstijden van
de franchisevestiging. Naar verwachting zal deze wet, gelet op het brede
draagvlak, vrijwel zeker net zo soepel als de Wet franchise door het
parlement worden geloodst, hoewel deze in tegenstelling tot de Wet
franchise publicitair nauwelijks aandacht heeft gekregen.

 

Mr. J. Sterk – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren? Ga naar sterk@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020

Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.

Door Alex Dolphijn|09-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020

Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst

Door mr. C. Damen|26-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – “Wanneer geldt de exhibitieplicht voor het overleggen de franchiseovereenkomst?” d.d. 17 augustus 2020

Geldt de exhibitieplicht voor het tonen van een (franchise)overeenkomst in een procedure, wanneer de procespartijen niet in rechtsbetrekking staan tot de (franchise)overeenkomst?

Door mr. C. Damen|17-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant