Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019,  ECLI:NL:GHARL:2019:1024 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had. De franchisegever, te weten Otto Simon, werd verweten door misleidende teksten op de website van de franchisegever de franchisenemers overgehaald te hebben om een franchiseovereenkomst aan te gaan tot exploitatie van de Top1Toys.

De franchisenemers hebben daarbij met name het oog op de volgende passages op de website:

–        “(…) de speelgoedzaak met het beste prijsniveau!”
–        “U bent als Top1Toys ondernemer in staat om dit beste prijsniveau te realiseren omdat u profiteert van internationaal inkoopvoordeel omdat u bij de bron koopt.”
–        “Alhoewel u als zelfstandig ondernemer zaken doet voor eigen rekening en risico, betekent aansluiting bij Otto Simon de volledige steun van een professionele en sterke organisatie.”
–        “U krijgt alle gereedschappen aangereikt voor een dergelijke bedrijfsvoering zodat u zich kunt concentreren op de winkel, het assortiment, uw medewerkers, maar vooral op uw klant.”
–        “Ondertussen is er door de afdeling bedrijfsadvies een marketingrapport en een investerings- en exploitatiebegroting gemaakt. Met deze gegevens kunt u naar de bank voor de aanvraag van een financiering.”
–        “De vestigingsplaats wordt gekozen uit het beschikbare ‘witte vlekkenplan’ en zal wederom afhankelijk van de module, minimaal 5.000, 15.000 of 100.000 inwoners moeten bevatten.”

De franchisenemers hebben benadrukt dat franchisegever in dit geval de deskundige is en dat zij zonder meer mochten afgaan op de vermeldingen op de website.

Het hof stelt vast dat de tekst op de website van de franchisegever is gericht op potentiële franchisenemers en dat daarom bij de beoordeling van de vraag of deze publicatie misleidend is moet worden uitgegaan van de kennis en het voorstellingsvermogen van een gemiddeld geïnformeerde en oplettende (aanstaande) ondernemer. Het gemiddelde bedrijfsmatig handelende publiek dient zich bewust te zijn van, en zich dus niet te laten beïnvloeden door, het feit dat aan reclame vaak een zekere overdrijving eigen is. Tegen de achtergrond van die uitgangspunten acht het hof de uitingen op de website van de franchisegever niet misleidend.

Mr. A.W. Dolphijn  – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst

De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever

De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?

De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Ga naar de bovenkant