Vooruitzien: Knelpunten bij het einde van de franchiseovereenkomst

Door Gepubliceerd Op: 24-04-2024Categorieën: Franchise overeenkomsten, Wet franchise

Natuurlijk begint iedereen vol goede moed aan een samenwerking. Maar vroeg of laat komt er een eind aan. De meeste franchiseovereenkomsten worden gesloten voor bepaalde tijd, meestal 5 jaar. Er kunnen voor zowel de franchisenemer als de franchisegever dilemma’s zijn om door te gaan, of om te stoppen.

Enkele van die dilemma’s zijn de volgende:

  • Een nieuw “strenger” (model) van de franchiseovereenkomst;
  • De verplichting tot herinvestering;
  • De mogelijkheid tot koop/verkoop van de onderneming;
  • De omvang van de koop/verkoop van de onderneming (inclusief goodwill);
  • De onmogelijkheid van de franchisenemer om door te gaan onder een andere formule;

Deze situaties worden achtereenvolgens toegelicht.

Veranderingen en eisen bij verlenging van de franchiseovereenkomst
Zo kan bij verlenging van de samenwerking aan de orde komen in hoeverre bijvoorbeeld hogere fee’s voor de franchisenemer ook meer of betere diensten van de franchisegever staan.

In geval van een herinvesteringsplicht komt op wat nu het belang is, en of herinvestering ook op een alternatieve en goedkopere manier zou kunnen.

Overwegingen bij de verkoop van een franchiseonderneming
Bij de keuze aan het einde van de franchiseovereenkomst om de franchiseonderneming te verkopen, of niet, is uiteraard aan de orde of het überhaupt wel mogelijk is om te verkopen. Wat bijvoorbeeld als de locatie niet voor een ander beschikbaar is?

Soms is ook aan de orde dat de franchiseonderneming vanuit een eigen pand wordt gedreven, maar het pand niet te koop aangeboden wordt, maar alleen de activa. Ook kan gedacht worden aan de mogelijkheid van een aandelentransactie.

De uitdagingen van een post-competitebeding
Tot slot kan in dit kader genoemd worden de situatie dat er sprake is van een post concurrentiebeding, waardoor een vertrekkend franchisenemer gedurende bepaalde tijd op de betreffende locatie niet zelf onder eigen naam, of andere formule, eenzelfde soort onderneming kan voortzetten.

De realiteit van juridische dilemma’s in franchiseovereenkomsten
In de franchiseovereenkomst zijn vaak bepalingen opgenomen over deze dilemma’s, maar de werkelijkheid blijkt altijd weer weerbarstiger dan op voorhand gedacht. In praktijk kan het namelijk soms toch lastig zijn om de dilemma’s te doorbreken. Zo zal een franchisegever niet graag zien dat een succesvolle franchisenemer vertrekt, een vestigingspunt verliezen of een hoge prijs betalen voor de onderneming van de franchisenemer en een opvolgend franchisenemer vinden die net zo succesvol zal zijn (en ook en hoge prijs wil of kan betalen voor de overname). Anderzijds zal gelden dat een franchisenemer vaak zijn ziel en zaligheid in de onderneming gelegd heeft, en bijvoorbeeld investeringen gedaan heeft die (nog) niet geheel zijn terugverdiend.

Het belang van goede voorbereiding en duidelijke afspraken
In het kader van dergelijke dilemma’s ontstaan vaak verwijten en vervolgens geschillen. Waar het om gaat is dat beide partijen vooraf goed weten waar ze aan toe zijn, wat ze afgesproken hebben en wat ze over en weer van elkaar zouden willen. Vooral een franchisenemer zet niet altijd voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst de verschillende scenario’s op een rijtje. Juist dit is wel uiterst aanbevelingswaardig.

 

Dit artikel is teven verschenen op de website van Franchise+.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

Gebruik van internet en sociale media: rechter verruimt mogelijkheden franchisenemers

De franchisenemer mag in beginsel niet worden verboden een eigen website te hebben om zijn producten of diensten tevens of zelfs uitsluitend via internet te verkopen.

Ga naar de bovenkant