Voortzetting van de franchise-overeenkomst tegen de dan geldende

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat 

In franchise-overeenkomsten zijn nog al eens bedingen opgenomen die voortzetting van de franchise-relatie afhankelijk maken van de tussen franchisegever en franchisenemer in de toekomst te bereiken overeenstemming op basis van “de dan geldende franchise-overeenkomst”. 

In de praktijk betekent dit dat de franchisenemer op het moment van contractsverlening geconfronteerd kan worden met een nieuwe franchise-overeenkomst.

Op zichzelf genomen is een dergelijk beding begrijpelijk en veelal gerechtvaardigd. Immers, in de loop der jaren evolueren de inzichten omtrent de diverse regelingen in de bestaande franchise-overeenkomst. Sommige bedingen verliezen hun belang, terwijl nieuwe regelingen geïndiceerd zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan een adequate regeling omtrent de mogelijkheden van het (gemeenschappelijk) gebruik van internet ten bate van de franchisenemer, franchisegever en franchise-organisatie in zijn geheel. Daarnaast wijzigt de regelgeving zich in de loop der jaren. Zo is bijvoorbeeld op het gebied van het mededingingsrecht de afgelopen jaren het nodige veranderd, hetgeen partijen kan noodzaken de franchise-overeenkomst op dit punt aan te passen aan de eisen des tijds. 

Deze gerechtvaardigde gang van zaken betekent echter niet dat in de nieuwe franchise-overeenkomst alles opgenomen kan worden wat de franchisegever wil. Een en ander is in de eerste plaats afhankelijk van de formulering van een eventuele optie in de bestaande overeenkomst. Indien deze optie inhoudt dat zowel de franchisegever als de franchisenemer uiteindelijk niet verplicht is met de ander in zee te gaan wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt biedt dat de franchisegever in ruime mate de mogelijkheid een aanzienlijk gewijzigde franchise-overeenkomst aan te bieden. Met andere woorden: de franchisegever kan dan nieuwe, aanvullende voorwaarden verlangen. 

Wanneer er echter een optie wordt verstrekt, inhoudende dat de franchisenemer zonder meer recht heeft op een nieuwe franchise-overeenkomst, met als enige restrictie dat deze gesloten dient te worden tegen “de dan geldende voorwaarden”, dan biedt dit veel minder speelruimte voor de franchisegever in kwestie. Concreet kan de franchise-organisatie in zo een situatie bijvoorbeeld niet zomaar de verschuldigde fee fors verhogen of zonder recht en reden een complete re-styling verlangen. Op die wijze wordt immers aan de in beginsel ongeclausuleerde optie zeer zware aanvullende voorwaarden gesteld. In rechte is onlangs uitgemaakt dat de franchisegever in een dergelijke situatie geen mogelijkheid heeft de franchisenemer te verplichten tot concrete verregaande financiële verzwaringen op het moment van contractverlenging, zoals hierboven geschetst. Dit betekent overigens niet dat de franchisegever ook in deze situatie niet goed onderbouwd nieuwe bedingen kan voorleggen die tevens financiële verplichtingen met zich meebrengen. Te denken valt bijvoorbeeld aan goed gefundeerde regelingen met betrekking tot permanent onderhoud en inrichting van de vestiging, wanneer dit de franchise-formule en individuele franchisevestigingen op peil houdt, en noodzakelijke (concept) vernieuwingen waarborgt. 

Goed overleg met de franchiseraad vormt hierin een belangrijke sleutel. De franchisegever die een nieuwe franchise-overeenkomst aan de franchisenemers wil aanbieden doet er dan ook verstandig aan hieromtrent eerst consensus te bereiken in de franchiseraad. Op die wijze ontstaat een draagvlak die de gemeenschappelijke belangen van franchisegever en franchisenemers het beste waarborgt. 

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Het voornemen tot franchisewetgeving nader beschouwd

Op 23 mei jl. informeerde Staatssecretaris, Mona Keijzer, de Tweede Kamer over de op handen zijnde franchisewetgeving. De Nationale Franchise Gids publiceerde daarover al eerder dit bericht.

Door Jeroen Sterk|28-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Update franchisewetgeving

Op 23 mei 2018 heeft het kabinet aangegeven een wettelijke regeling voor te bereiden die een kader schept voor vier deelgebieden van de samenwerking tussen franchisegevers en franchisenemers die cruc

Door Alex Dolphijn|24-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Op het randje van het exclusieve rayon van een franchisenemer

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4395, over de vraag of een franchisegever net over de rand van het exclusief toegekende beschermingsgebied een filiaal

Mag een franchisenemer samenwonen met een concurrerende ondernemer?

Kan een franchisenemer een non-concurrentiebeding overtreden door samen te wonen met iemand die een concurrerende onderneming drijft? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 januari 2018

Geen exclusief verzorgingsgebied, toch exclusiviteit voor franchisenemer

In het vonnis van de rechtbank Noord-Holland d.d. 18 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3268, werd geoordeeld over het exclusiviteitsgebied van een franchisenemer.

Ga naar de bovenkant