Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op – 7 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Den Haag heeft op 5 september 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:10554, geoordeeld dat een aandelentransactie binnen de organisatie van de huurder, niet betekend dat de verhuurder een beroep kan doen op het ten gunste van de verhuurder bedongen voorkeursrecht van koop.
Daarbij moet echter wel aangetekend worden dat de huurovereenkomst en het voorkeursrecht van koop destijds door deskundige partijen en deskundige adviseurs gesloten is en er sprake was van een ‘intercompany’ huurovereenkomst binnen hetzelfde concern. Daarom dient volgens de rechtbank in dit specifieke geval aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen van de overeenkomst groot gewicht te worden toegekend. Niet in alle gevallen kan derhalve het voorkeursrecht van koop omzeilt worden met een transactie van de aandelen in de huurder.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Contact
![230huuroffices-min](https://www.ludwigvandam.nl/wp-content/uploads/2020/12/230huuroffices-min.jpg)
Andere berichten
Supermarktbrief – 5
Verwerving supermarktlocatie door opzegging huurovereenkomst ten koste van zittende huurder mag van Hoge Raad.
Verwerving supermarktlocatie door opzegging huurovereenkomst ten koste van zittende huurder mag van Hoge Raad
Op 25 april 2014 heeft de Hoge Raad ten tweede male bevestigd dat de wachttijd van drie jaar bij opzegging van de huurovereenkomst winkelruimte wegens dringend eigen gebruik na koop van het onroerend
Eenzijdige collectieve fee-verhoging door franchisegever ongeoorloofd
In een belangwekkende uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 april 2014, lag de vraag voor of een franchisegever een verhoging van een bijdrage mocht doorvoeren.
Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN) voert nader overleg met de Minister
Op 16 april 2014 heeft het al aangekondigde gesprek tussen de Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN), en het Ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden.
Exoneratie zorgplicht bij prognose franchisegever
In een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 april 2014, kwam de interessante vraag aan de orde of een samenwerking als franchise gekwalificeerd diende te worden.
Concurrentiebeding sneuvelt in kort geding
Onlangs oordeelde de voorzieningenrechter te Rotterdam dat een franchisenemer niet gehouden was aan het in de franchiseovereenkomst opgenomen concurrentiebeding.