Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op – 7 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Den Haag heeft op 5 september 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:10554, geoordeeld dat een aandelentransactie binnen de organisatie van de huurder, niet betekend dat de verhuurder een beroep kan doen op het ten gunste van de verhuurder bedongen voorkeursrecht van koop.
Daarbij moet echter wel aangetekend worden dat de huurovereenkomst en het voorkeursrecht van koop destijds door deskundige partijen en deskundige adviseurs gesloten is en er sprake was van een ‘intercompany’ huurovereenkomst binnen hetzelfde concern. Daarom dient volgens de rechtbank in dit specifieke geval aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen van de overeenkomst groot gewicht te worden toegekend. Niet in alle gevallen kan derhalve het voorkeursrecht van koop omzeilt worden met een transactie van de aandelen in de huurder.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Contact
![230huuroffices-min](https://www.ludwigvandam.nl/wp-content/uploads/2020/12/230huuroffices-min.jpg)
Andere berichten
Ludwig & Van Dam in De Nationale Franchisegids 2018
De basis van een franchiserelatie is de franchiseovereenkomst. Hierin staan een aantal voorwaarden waaraan partijen zich moeten houden.
Ludwig & Van Dam Advocaten standhouder (nr. 2) op de franchisebeurs Onderneem ’t! d.d. 19 & 20 april 2018
Voor meer informatie klik op onderstaande link:
Zorgplicht franchisegever in de precontractuele fase
De rechtbank Limburg oordeelde op 6 april 2017, ECLI:NL:RBLIM:2016:2843, dat de franchisegever in de precontractuele fase een zorgplicht heeft jegens de aspirant- franchisenemer.
Franchisenemer ontloopt hoofdelijke aansprakelijkheid in privé
De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 28 maart 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:2913, geoordeeld over de vraag wat de betekenis is van de clausule in de franchiseovereenkomst waarin bepaald is dat
Ondeugdelijke prognose door ontbreken vestigingsplaatsonderzoek
De rechtbank Den Haag heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:3348 geoordeeld dat een prognose van een franchisegever ondeugdelijk was, waardoor de franchisenemer gedwaald had en de franchisegever