Verschoonbare inbreuk op de rayonexclusiviteit

Recentelijk oordeelde de rechtbank Rotterdam over een kwestie ter zake inbreuk op de overeengekomen rayonexclusiviteit. In de franchiseovereenkomst was opgenomen dat de franchisenemer het exclusief recht genoot op het uitbaten van de formule binnen een straal van 15 kilometer van zijn vestigingspunt. Feitelijk bevonden zich echter diverse vestigingen van de franchisegever binnen de straal van 15 kilometer. Franchisenemer stelde door deze inbreuk schade te leiden. Franchisenemer vorderde in kort geding een verbod daartoe onder verbeurte van een dwangsom. De rechtbank oordeelt dat de vermeende schade door de franchisenemer niet of onvoldoende is onderbouwd en daarmee geen sprake is van enig spoedeisend belang om in kort geding een dergelijke vordering in te stellen. Voorts overweegt de rechtbank dat aan de exclusiviteit feitelijk geen gevolg werd gegeven en de franchisenemer dat ook wist. De franchisenemer had bovendien verzuimd tijdig te protesteren. De vorderingen van de franchisenemer werden integraal afgewezen.

Het vorenstaande houdt in dat franchisenemers zich niet lichtvaardig zonder gegrond belang kunnen beroepen op bepalingen in de franchiseovereenkomst indien partijen feitelijk en langdurig anders handelen. De normoverschrijding kan in die gevallen verschoonbaar zijn. Voor franchisegevers geldt aldus dat handhaving van normoverschrijding gemakkelijker is naarmate de bepalingen in de praktijk strikter worden nageleefd en het beleid daartoe duidelijk is. Voor franchisenemers geldt in het bijzonder dat er tijdig dient te worden geprotesteerd. 

 

Mr J. Sterk – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel in Entree: “Nieuwe eigenaar”

“De horecaonderneming waar ik werk is overgenomen. De nieuwe eigenaar zegt nu dat ik niet meer voor hem hoef te werken, maar kan hij mij als werknemer weigeren?”

Bestuurdersaansprakelijkheid bij afwikkeling franchiseovereenkomst

Kan in privé de bestuurder van een franchisenemer-rechtspersoon aansprakelijk zijn jegens de franchisegever, indien de franchisenemer-rechtspersoon ten onrechte zaken niet aan de franchisegever

Artikel in Entree: “Huurprijzen”

“De verhuurder verhoogde jaarlijks de prijzen van het pand, maar sinds 2 jaar doet hij dit niet meer, misschien vergeet hij het wel. Mag hij een achterstallig bedrag later alsnog opeisen?”

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.

Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.

Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever

De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule

Ga naar de bovenkant