Verschoonbare inbreuk op de rayonexclusiviteit

Recentelijk oordeelde de rechtbank Rotterdam over een kwestie ter zake inbreuk op de overeengekomen rayonexclusiviteit. In de franchiseovereenkomst was opgenomen dat de franchisenemer het exclusief recht genoot op het uitbaten van de formule binnen een straal van 15 kilometer van zijn vestigingspunt. Feitelijk bevonden zich echter diverse vestigingen van de franchisegever binnen de straal van 15 kilometer. Franchisenemer stelde door deze inbreuk schade te leiden. Franchisenemer vorderde in kort geding een verbod daartoe onder verbeurte van een dwangsom. De rechtbank oordeelt dat de vermeende schade door de franchisenemer niet of onvoldoende is onderbouwd en daarmee geen sprake is van enig spoedeisend belang om in kort geding een dergelijke vordering in te stellen. Voorts overweegt de rechtbank dat aan de exclusiviteit feitelijk geen gevolg werd gegeven en de franchisenemer dat ook wist. De franchisenemer had bovendien verzuimd tijdig te protesteren. De vorderingen van de franchisenemer werden integraal afgewezen.

Het vorenstaande houdt in dat franchisenemers zich niet lichtvaardig zonder gegrond belang kunnen beroepen op bepalingen in de franchiseovereenkomst indien partijen feitelijk en langdurig anders handelen. De normoverschrijding kan in die gevallen verschoonbaar zijn. Voor franchisegevers geldt aldus dat handhaving van normoverschrijding gemakkelijker is naarmate de bepalingen in de praktijk strikter worden nageleefd en het beleid daartoe duidelijk is. Voor franchisenemers geldt in het bijzonder dat er tijdig dient te worden geprotesteerd. 

 

Mr J. Sterk – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |
Ga naar de bovenkant