Verplichte franchiseraad?

Niet in alle gevallen is in de franchise-overeenkomst een verwijzing opgenomen naar de franchiseraad of een vergelijkbaar orgaan. Zijn franchisegever en franchisenemer verplicht om een dergelijke raad, of vergelijkbaar orgaan, te hanteren?

Strikt genomen is het niet noodzakelijk dat er perse een franchiseraad aanwezig is. Wel is het raadzaam op enigerlei wijze goed en zorgvuldig overleg tussen franchisenemers en franchisegever te laten plaatsvinden. Hiervoor bestaat meer dan één reden. Een evenwichtige franchiserelatie is één van de elementen die de zelfstandigheid van de franchisenemer benadrukken, dit ter voorkoming van een verkapte werkgever/werknemersrelatie (fictieve dienstbetrekking). In dat kader is zorgvuldig overleg over inkoop, marketing, opleidingen, etcetera van eminent belang. Een goed franchisegever doet er dus verstandig aan een volwassen franchiseraad op te tuigen en levendig te houden. Idealiter is die franchiseraad democratisch samengesteld.
Vanzelfsprekend is het voorkomen van een verkapte werkgever/werknemersrelatie niet het enige overigens defensieve, motief voor het instellen van een franchiseraad of vergelijkbaar overlegorgaan. Het is immers in het belang van alle betrokken dat over bovengenoemde onderwerpen op geregelde basis goed overleg plaatsvindt zodat dit tot verbetering ten bate van de gehele franchise-organisatie kan leiden.

Daarnaast zijn aanzienlijke herzieningen van de franchiseformule, bijvoorbeeld bestaande uit een algehele restyling, gepaard gaand met forse investeringen, eenvoudigweg onhaalbaar wanneer hier niet tenminste consensus over bestaat bij de franchisenemers. Teneinde dit draagvlak te creëren is een franchiseraad ook in dat kader van groot belang. Langs deze weg kan een en ander zorgvuldig worden afgewogen alvorens individuele afstemming en overeenstemming met de franchisenemers kan plaatsvinden.
Andere vormen dan een franchiseraad kunnen net zo goed werken. Van belang is dat er een representatieve vertegenwoordiging van de franchisenemers een serieuze gesprekpartner van de franchisegever vormt en dat de adviezen en aanbevelingen van het overlegorgaan vanzelfsprekend ter harte worden genomen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers

In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?

Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de

Ga naar de bovenkant