Verkoop via internet

Het internet is niet meer uit onze maatschappij weg te denken. Ook de verkoop van producten en diensten via internet neemt constant toe. Het is dan ook raadzaam om in franchiseovereenkomsten bepalingen op te nemen die betrekking hebben op bijvoorbeeld e commerce. In dit verband dient echter wel rekening te worden gehouden met de mededingingsrechtelijke regelgeving.
In het mededingingsrecht geldt als hoofdregel dat het de franchisegever niet is toegestaan in franchiseovereenkomsten de verkoop door de franchisenemer te beperken, voorzover deze beperkingen verband houden met het gebied waarin of de klanten aan wie de franchisenemer producten of diensten mag verkopen.

Op deze hoofdregel zijn echter vier uitzonderingen mogelijk. Eén van deze uitzonderingen is dat het de franchisegever geoorloofd is de actieve verkoop door franchisenemers te beperken tot een bepaald exclusief gebied. Dit impliceert dat de franchisegever aan de passieve verkoop van de franchisenemer geen beperkingen mag opleggen. En hier ligt de link met e-commerce. Als voorbeeld van actieve verkoop via internet kan genoemd worden het door de franchisenemer op eigen initiatief versturen van e-mailberichten naar (potentiële) klanten. Onder passieve verkoop wordt verstaan het ingaan door de franchisenemer op spontane verzoeken van individuele klanten, inclusief het leveren door de franchisenemer van producten en diensten aan deze klanten. In het algemeen kan gesteld worden dat het enkele gebruik van internet niet als een vorm van actieve verkoop beschouwd kan worden. Gevolg hiervan is dat de franchisenemer in principe ongehinderd gebruik van internet moet kunnen maken om producten en/of diensten aan te prijzen en/of te verkopen.

Is het voor de franchisegever dan helemaal onmogelijk om invloed uit te oefenen op de door de franchisenemer te verrichten passieve e-commerce activiteiten? Het antwoord hierop is ontkennend. Het is de franchisegever namelijk toegestaan om met betrekking tot het gebruik van een website kwaliteitsnormen aan de franchisenemer op te leggen. Hierbij kan gedacht worden aan (redelijke) eisen die de franchisegever kan stellen aan de inhoud en vormgeving (bijvoorbeeld gebruik van bepaalde kleuren) van de door de franchisenemer te gebruiken website. Opdat zowel de franchisegever als de franchisenemer weten waar zij aan toe zijn, is het van belang dat in het franchisecontract (dan wel het franchise handboek) de rechten en verplichtingen van zowel de franchisegever als de franchisenemer op het gebied van e commerce, inclusief genoemde kwaliteitsnormen, helder worden geformuleerd.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

De door de franchisegever voorgeschreven leverancier presteert niet? Wat nu?

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:727, over de vraag wie moet bewijzen dat de franchisenemer op het verkeerde been gezet is bij het aangaan van de

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Ga naar de bovenkant