Verkoop van de franchiseorganisatie, gevolgen voor de franchisenemers?

Vorige week werd aangekondigd dat mogelijk de HEMA-organisatie verkocht zal gaan worden, door Maxeda, de eigenaar van de organisatie. HEMA kent ook een aantal franchise vestigingen. Heeft de verkoop van een franchiseorganisatie gevolgen voor de franchisenemers?

In veel franchiseovereenkomsten is de verkoop van de organisatie door de franchisegever specifiek geregeld. Dergelijke bepalingen maken de verkoop van de organisatie door de eigenaar van de formule mogelijk. Bij verkoop zal de franchisegever echter de belangen van de franchisenemers moeten respecteren.

De overeenkomst blijft bestaan, maar ook de formule zelf blijft bestaan en een verkoop zal geen negatieve invloed mogen hebben op de formule of de zorgverplichtingen van de franchisegever jegens zijn franchisenemers.

In het geval de franchiseovereenkomst niets regelt wanneer de franchiseformule in andere handen overgaat, is het eigenlijk niet anders. De franchisenemers worden geconfronteerd met een andere eigenaar van de formule, maar die nieuwe eigenaar zal de geldende franchiseovereenkomsten mee overnemen en die dienen te respecteren en na te komen. In het geval niet nagekomen zou worden, kan dat worden afgedwongen -in het uiterste geval voor de rechter. Ook als in de franchiseovereenkomst geen bepaling is opgenomen die ziet op deze situatie geldt dat bij een overname van een franchiseformule de franchisenemer niet mag worden benadeeld.

Aan de andere kant geldt dat ook de franchisenemers gehouden zijn om de franchiseovereenkomst na te komen. Een overdracht van de formule brengt daar in principe geen verandering in. Alleen een wezenlijke wijziging van de franchiseformule door de nieuwe eigenaar biedt de franchisenemer wellicht de mogelijkheid om de franchiseovereenkomst te ontbinden of te vernietigen. Van een wezenlijke verandering is geen sprake wanneer bijvoorbeeld de huisstijl wordt aangepast, maar daarvan kan wel sprake zijn wanneer bijvoorbeeld de gehele produktlijn wordt veranderd. Niettemin dient met maatregelen in dit verband grote terughoudendheid te worden betracht.

Omdat een nieuwe franchisegever nieuw beleid kan gaan voeren verdient het de voorkeur dat duidelijk wordt vastgelegd dat verkoop van de organisatie mogelijk is, maar dat de franchisegever in dat geval de rechten en belangen van de franchisenemers in het oog zal dienen te houden. Het opnemen van een dienovereenkomstige bepaling in de franchiseovereenkomst kan aan die duidelijkheid bijdragen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers

In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?

Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de

Ga naar de bovenkant