Verklaring arbeidsrelatie: duidelijkheid en zekerheid nu een feit.

Menig franchiserelatie herbergt een beperkt of aanzienlijk risico van een verkapte werkgevers / werknemersrelatie (fictieve) dienstbetrekking in zich. Ter voorkoming van dit risico staan de rechtspraktijk een aantal instrumenten ten dienste. Een van die instrumenten is een adequate en bovenal relevante Verklaring arbeidsrelatie (var). Deze zogehete var-verklaring dient ter voorkoming van het ontstaan van een (fictieve)dienstbetrekking. Let wel het betreft hier bepaald niet alleen de relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer. Een dergelijke onplezierige situatie kan tevens ontstaan tussen de franchisenemer en de opdrachtgever / klant. Is dat het geval, dan ontstaat een verplichting tot loonheffing en premies werknemersverzekering. Indien echter zonneklaar is dat de franchisenemer een zelfstandige is, dan wordt hier niet aan toegekomen. De var geeft dus duidelijkheid over de fiscale positie en status van de franchisenemer en daarmee tevens over diens zelfstandige status.

Thans is een wetsvoorstel in werking getreden dat met zich meebrengt dat de nieuwe var-verklaring in absolute zin zal leiden tot een vrijwaring van eventuele premieheffing en heffing van loonbelasting, tenzij er sprake is van frauduleus handelen van de zijde van de aanvrager. Anders dan in het verleden nog wel eens het geval was, is thans door de wetgever dus absolute rechtszekerheid gecreëerd. De franchisenemer kan de var-verklaring aanvragen bij de belastingdienst.

In het belang van de franchisegever, franchisenemer én de opdrachtgever / klant is het van belang deze rechtszekerheid van tevoren te scheppen en helder te communiceren. Langs deze weg worden (grote) werkproblemen voorkomen en kunnen de werkzaamheden voor de duur van de var-verklaring probleemloos worden verricht. Door het nieuwe wetsvoorstel is duidelijkheid en rechtszekerheid in het belang van alle betrokkene thans gewaarborgd.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

HEMA veroordeeld tot opschorting e-commerce bijdrage aan franchisenemers

HEMA heeft een conflict met haar franchisenemers over de bijdrage in de kosten voor e-commerce. HEMA vindt dat de bestaande regeling uit 1997 achterhaald is.

Vergissing of misleiding bij het sluiten van de franchiseovereenkomst

Een franchisenemer die na het sluiten van een franchiseovereenkomst spijt krijgt, kan van mening zijn dat hij voor of bij het sluiten van de franchiseovereenkomst door de franchisegever ...

De door de franchisegever voorgeschreven leverancier presteert niet? Wat nu?

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:727, over de vraag wie moet bewijzen dat de franchisenemer op het verkeerde been gezet is bij het aangaan van de

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Ga naar de bovenkant