Verklaring arbeidsrelatie: duidelijkheid en zekerheid nu een feit.
Menig franchiserelatie herbergt een beperkt of aanzienlijk risico van een verkapte werkgevers / werknemersrelatie (fictieve) dienstbetrekking in zich. Ter voorkoming van dit risico staan de rechtspraktijk een aantal instrumenten ten dienste. Een van die instrumenten is een adequate en bovenal relevante Verklaring arbeidsrelatie (var). Deze zogehete var-verklaring dient ter voorkoming van het ontstaan van een (fictieve)dienstbetrekking. Let wel het betreft hier bepaald niet alleen de relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer. Een dergelijke onplezierige situatie kan tevens ontstaan tussen de franchisenemer en de opdrachtgever / klant. Is dat het geval, dan ontstaat een verplichting tot loonheffing en premies werknemersverzekering. Indien echter zonneklaar is dat de franchisenemer een zelfstandige is, dan wordt hier niet aan toegekomen. De var geeft dus duidelijkheid over de fiscale positie en status van de franchisenemer en daarmee tevens over diens zelfstandige status.
Thans is een wetsvoorstel in werking getreden dat met zich meebrengt dat de nieuwe var-verklaring in absolute zin zal leiden tot een vrijwaring van eventuele premieheffing en heffing van loonbelasting, tenzij er sprake is van frauduleus handelen van de zijde van de aanvrager. Anders dan in het verleden nog wel eens het geval was, is thans door de wetgever dus absolute rechtszekerheid gecreëerd. De franchisenemer kan de var-verklaring aanvragen bij de belastingdienst.
In het belang van de franchisegever, franchisenemer én de opdrachtgever / klant is het van belang deze rechtszekerheid van tevoren te scheppen en helder te communiceren. Langs deze weg worden (grote) werkproblemen voorkomen en kunnen de werkzaamheden voor de duur van de var-verklaring probleemloos worden verricht. Door het nieuwe wetsvoorstel is duidelijkheid en rechtszekerheid in het belang van alle betrokkene thans gewaarborgd.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Misleiding bij de werving van een franchisenemer?
Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.
Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik
Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...
De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)
Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.
Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan
De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan
Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.
Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?
In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.