Vergelijkende reclame in de supermarktbranche
Rechtbank Amsterdam
Recentelijk heeft de rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan inzake vergelijkende reclame in de supermarktbranche. Dirk van den Broek afficheerde zich in reclame-uitingen door te stellen dat zij 20% goedkoper zou zijn dan Albert Heijn. In de branche wordt geregeld op prijs geconcurreerd, zowel door supermarktorganisaties onderling, alsmede door franchisenemers in de supermarktbranche jegens hun directe concurrenten in de omgeving. Vaak wordt daarbij echter over het hoofd gezien dat vergelijkende reclame wettelijk bezien aan zeer strenge regels is gebonden. Producten mogen dan ook niet zomaar met elkaar worden vergeleken. Maten, gewichten, kwaliteiten en samenstelling moeten exact gelijk zijn om een deugdelijke vergelijking te kunnen toepassen. In de regel komt dit erop neer dat uitsluitend A-merken kunnen worden vergeleken en het vergelijken van de zogenoemde huismerken veelal strandt op afwijkingen in samenstelling, hoeveelheid, kwaliteit verpakking et cetera. In dat geval is de rechter gehouden de wet toe te passen, hetgeen aldus ook geschiedde in de zaak die Albert Heijn tegen Dirk van den Broek aanspande. De vordering tot rectificatie werd door de rechtbank dan ook toegewezen. Het vorenstaande leert dat vergelijkende reclame wel degelijk is toegestaan, doch er mogen vanzelfsprekend geen appels met peren worden vergeleken. Een en ander luister vrij nauw en moet voldoen aan strenge wettelijke eisen.
Mr J. Sterk – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar sterk@ludwigvandam.nl
Andere berichten
De nadere huurprijsvaststelling van bedrijfsruimte op verzoek van de verhuurder/franchisegever of de huurder/franchisenemer
Betaalt de (onder)huurder/franchisenemer nog wel een marktconforme huurprijs voor de gehuurde bedrijfsruimte?
Gedeeltelijke onverschuldigdheid entreegeld wegens uitblijven omzet en het niet leveren van contractuele prestaties door franchisegever
Franchisenemer beroept zich terecht op onvoorziene omstandigheden wegens het uitblijven van omzet en vordert succesvol matiging van het verschuldigde entreegeld.
Beëindiging franchiseovereenkomst leidt niet zonder meer tot beëindiging onderhuurovereenkomst
Franchisegever beëindigde de franchiseovereenkomst met de franchisenemer. In de franchiseovereenkomst was bedongen dat door beëindiging van de franchiseovereenkomst tevens de onderhuurovereenkomst zou
Ondanks tegenclaim franchisenemer gerechtvaardigde ontbinding franchisecontract door franchisegever
De Rotterdamse rechtbank heeft onlangs beslist dat betalingsachterstand van ruim € 80.000,-- voldoende is voor de franchisegever om de franchiseovereenkomst te ontbinden.
Een pand feitelijk gebruiken, maar dan zonder huurovereenkomst
In franchising komt het veelvuldig voor dat het bedrijfspand, van waaruit de franchisenemer zijn onderneming exploiteert
Overstap franchisenemer van de ene franchiseorganisatie naar de andere niet zonder risico’s
Onlangs heeft de rechtbank te Amsterdam uitspraak gedaan in een kwestie waarbij een franchisenemer overstapte van de ene franchisegever naar de andere, in dezelfde branche.