Verboden markt-/rayonverdeling bij franchiseovereenkomsten
Franchisenemers hebben soms meer mogelijkheden om markt-/rayonverdelingen te doorbreken dan zij denken. Voor franchisegevers zal dit voor meer problemen zorgen.
In veel franchiseovereenkomsten is een marktverdeling opgenomen in de zin dat iedere franchisenemer een exclusief rayon toebedeeld gekregen heeft. Franchisenemers mogen dan bijvoorbeeld geen acquisitie plegen in de rayons van andere franchisenemers. Dergelijke overeenkomsten die een verdeling van markten beogen hebben een mededingingsbeperkend doel en zijn in beginsel verboden.
Voor onder meer franchiseovereenkomsten geldt dat een uitzondering op het verbod kan gelden. Franchiseovereenkomsten kunnen immers doorgaans gezien worden als een “verticale” verhouding in de betreffende distributieketen. De franchisegever is dan de leverancier en de franchisenemer de afnemer. In een dergelijke “verticale” verhouding kan een marktverdeling ook heel goed de mededinging bevorderen.
Dat er bij franchising niet altijd sprake hoeft te zijn van een dergelijke “verticale” verhouding, blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 mei 2016, ECLI:NL:RBROT:2016:3477 waarin geoordeeld is dat afspraken over exclusieve marktgebieden (rayonverdeling) verboden zijn. Uit deze uitspraak volgt, vereenvoudigd weergegeven, dat ondanks dat partijen hun samenwerking als “franchiseovereenkomst” betitelen, er toch geen sprake hoeft te zijn van een vrijstelling van het verbod op markt-/rayonverdeling. Dit geldt als de samenwerking onder een franchiseovereenkomst feitelijk te kwalificeren is als een samenwerking tussen de franchisenemers onderling.
Het voorgaande roept overigens de vraag op hoe de franchiseovereenkomsten beoordeeld zouden moeten waarbij de franchisenemers lid zijn van dezelfde coöperatie. Juist bij een coöperatie werken de franchisenemers onderling samen en zou er van ene verticale verhouding geen sprake zijn. In dat geval zouden marktverdelingsafspraken dus verboden zijn. Voorbeelden van dergelijke coöperatieve organisaties zijn Primera, PLUS supermarkten en Coop supermarkten.
Het gevaar is dat ook franchisenemers hier bijvoorbeeld beboet kunnen worden door de AFM die toezicht houdt op mededingingsrechtelijke praktijken. Zou dit het einde kunnen inluiden van de franchiseorganisaties die op collectief niveau beogen samen te werken? In ieder geval lijkt het er op alsof marktverdelingsafspraken in die situaties niet zonder risico zijn voor franchisenemer en voor franchisegever.
Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Post concurrentiebeding bij hard franchising
De kort gedingrechter van de rechtbank Amsterdam deed op ...
Geldt een overeengekomen huurprijsindexering altijd?
Veel ondernemers zijn begin dit jaar geconfronteerd met een ...
Ludwig & Van Dam in Distrifood Magazine over de Wet franchise
Interview over de actuele obstakels voor zelfstandige supermarktondernemers en de ...
Geen franchiseovereenkomst, maar lidmaatschap van een coöperatie
In bepaalde gevallen kunnen afspraken die gemaakt worden in een ...
Post concurrentieverbod en overdracht van de onderneming aan de levenspartner
Een franchisenemer is een vennootschap. De franchisenemer en de privé ...
Geen franchiseovereenkomst, maar algemene samenwerkingsovereenkomst
De Wet franchise biedt franchisenemers diverse beschermende bepalingen. Eerder bepaalde ...