Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst
In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen. Wat als de franchisenemer de activa voor het einde van de franchiseovereenkomst aan een ander heeft verkocht? Over die vraag oordeelde de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland 29 december 2017, ECLI:NL:RBMNE:2017:6793.
Op grond van de franchiseovereenkomst is de franchisenemer verplicht om bepaald apparatuur aan te schaffen voor de exploitatie van de franchiseformule. In de franchiseovereenkomst is daarover bepaald dat de franchisenemer de gekochte apparatuur moet terugverkopen aan de franchisegever.
De franchisenemer stelt daarentegen dat hij de apparatuur heeft verkocht aan een derde (te goeder trouw) waardoor hij niet in staat zou zijn om aan de terugverkoopverplichting te voldoen. In dat geval zou wellicht de voormalig franchisenemer slechts in een bodemprocedure veroordeeld kunnen worden tot betaling van vervangende schadevergoeding.
De voorzieningenrechter gelooft echter niet dat de voormalig franchisenemer daadwerkelijk de apparatuur aan een derde verkocht heeft. De voorzieningenrechter overweegt dat het verhaal van de voormalig franchisenemer ongeloofwaardig is, onder meer omdat de verkoop plaats zou hebben gevonden aan de broer van de voormalig franchisenemer, de voormalig franchisenemer de apparatuur is blijven gebruiken en dat pas zeer recent de apparatuur verplaatst is naar de nieuwe locatie van de voormalig franchisenemer.
De slotsom is dat de voormalig franchisenemer veroordeeld wordt om de apparatuur ter beschikking te stellen aan de franchisegever.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.
Andere berichten
(On)mogelijkheden bij faillissement
De afgelopen jaren was een periode met een bijzonder ...
Ludwig & Van Dam in Distrifood over de toekomst van zelfstandig supermarktondernemers
Inmiddels staat bij veel winkeliers het water echter aan de ...
Geen standstill-periode bij voorafgaande samenwerking op basis van dezelfde formule
De rechtbank Den Haag heeft op 29 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:20931, ...
Standstill periode: vier weken is en blijft vier weken!
Standstill periode: vier weken is en blijft vier weken! ...
Strikte toepassing standstill-periode
In een vonnis van de rechtbank Den Haag 8 november ...
Ludwig & Van Dam in De Telegraaf: Voor franchisers breken onzekere tijden aan als formule failliet gaat
In de Financiële Telegraaf van 9 februari 2024 gaf Alex ...