Steen in de vijver bij prognosekwesties – 6 september 2016 – mr. D.L. van Dam
Per 1 juli 2016 is een belangrijke wetswijziging in werking getreden. Het betreft de Wet Acquisitiefraude (artikel 6:194 BW lid 2 tot en met 4), die primair is bedoeld om onjuiste voorstellingen bij wervingsactiviteiten tegen te gaan. Ook dient de wet misleidende reclame te beteugelen. Echter, de wet heeft ook een directe relatie met franchiseverhoudingen.
Minister Kamp van Economische Zaken heeft daartoe een voorzet gegeven en de Tweede Kamer geïnformeerd hoe de wet in franchiseverhoudingen geïnterpreteerd moet worden. Kort gezegd is de minister van mening dat prognoseproblematiek in franchiseverhoudingen ook onder het bereik van de nieuwe wet valt. Met zoveel woorden is door de minister aangegeven dat de wet in zijn visie op franchiseverhoudingen van toepassing is.
Acquisitiefraude
Van acquisitiefraude in de zin van de wet is sprake bij:
misleidende mededelingen;
waarbij essentiële informatie wordt weggelaten, verborgen wordt gehouden, of op onduidelijke wijze wordt gepresenteerd;
terwijl die informatie nodig is om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen.
Is er sprake van acquisitiefraude, dan heeft dit door de nieuwe wet omkering van de bewijslast tot gevolg. Acquisitiefraude is een vorm van onrechtmatige daad en heeft schadeplichtigheid tot gevolg. Daarnaast is acquisitiefraude strafbaar gesteld.
Uit de mededelingen van minister Kamp aan de Tweede Kamer volgt dat de franchisenemer jegens de franchisegever bescherming kan ontlenen aan de nieuwe wet. In het bijzonder gaat het daarbij om het verstrekken van ondeugdelijke prognoses voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst door de franchisegever. In dat geval heeft de franchisenemer het voordeel van de bewijslastomkering. Tevens kan een franchisenemer gericht strafrechtelijke aangifte doen.
Tot dusver diende de franchisenemer zich in dit kader te bedienen van de juridische instrumenten dwaling en bedrog. Deze zijn soms lastig te bewijzen. De franchisenemer moet dan in de regel aantonen dat er sprake is van opzet of wetenschap van de franchisegever betreffende de ondeugdelijkheid van de prognose. Bovendien hebben bedrog en dwaling tot gevolg dat de franchiseovereenkomst vernietigd kan worden, met ongedaanmaking van alle prestaties over en weer. Schadevergoeding is niet altijd vanzelfsprekend. Over deze problematiek wordt, zoals de regelmatige bezoeker van deze site weet, veel geprocedeerd.
Met de nieuwe wet behoeft de franchisenemer in beginsel alleen maar gemotiveerd acquisitiefraude te stellen, waarop de franchisegever dan overtuigend moet aantonen dat de prognose deugdelijk was. De franchisenemer hoeft dus niet aan te tonen dat de prognose niet deugde, maar de bewijslast wordt omgekeerd: de franchisegever moet aantonen dat hij zijn huiswerk naar behoren heeft gemaakt. Slaagt de franchisegever hier niet in, dan is er sprake van een onrechtmatige daad, die ook de verplichting tot vergoeding van schade impliceert.
De nieuwe wet heeft al met al nogal wat gevolgen. Weliswaar is de wet op 1 juli 2016 in werking getreden en geldt deze dus voor prognoses die vanaf dat moment verstrekt zijn. Zou een franchisenemer echter op enig moment een herinvestering dienen te plegen in zijn vestiging, en in het kader daarvan een nieuwe prognose van zijn franchisegever ontvangen, dan is de wet daar in beginsel wel degelijk op van toepassing. Dat geldt ook voor het openen van een nieuwe vestiging of andere zaken waarbij essentiële informatie aan de franchisenemer wordt verstrekt door zijn franchisegever die nodig is om een geïnformeerd besluit over een belangrijke transactie te nemen. De rechtspositie van de franchisenemer, met name in verband met prognoseproblematiek, wordt dus aanmerkelijk versterkt. Een revolutie in franchiseverhoudingen!
mr. D.L. van Dam – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar vandam@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Ludwig & Van Dam in Distrifood over de toekomst van zelfstandig supermarktondernemers
Inmiddels staat bij veel winkeliers het water echter aan de ...
Geen standstill-periode bij voorafgaande samenwerking op basis van dezelfde formule
De rechtbank Den Haag heeft op 29 december 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:20931, ...
Standstill periode: vier weken is en blijft vier weken!
Standstill periode: vier weken is en blijft vier weken! ...
Strikte toepassing standstill-periode
In een vonnis van de rechtbank Den Haag 8 november ...
Ludwig & Van Dam in De Telegraaf: Voor franchisers breken onzekere tijden aan als formule failliet gaat
In de Financiële Telegraaf van 9 februari 2024 gaf Alex ...
De gebonden franchisenemer
Soms wordt er gesproken over een gebonden franchisenemer. Het ...