Restyling, winkelinrichting

Binnen franchise-organisaties komt het geregeld voor dat de complete winkelinrichting dient te worden vervangen. Franchise-formules ontwikkelen zich en vragen van tijd tot tijd om aanpassing en vernieuwing. Als het concept verouderd is, is het van belang dat dergelijke herziening in één keer plaatsvindt, waarbij alle winkels idealiter tegelijkertijd in de nieuwe stijl kunnen worden gepresenteerd aan de consument. 

In een groot aantal gevallen voorziet de franchise-overeenkomst echter niet in een dergelijke verplichting naar de franchisenemer. Vanzelfsprekend is het van groot belang een dergelijke operatie eerst goed uit te testen en te evalueren in de franchiseraad. Bij gebleken pilot-succes en voldoende consensus in de franchiseraad ligt het voor de hand dat vervolgens alle winkels zullen worden omgebouwd. De franchisenemer kan hier alleen toe worden verplicht wanneer een adequate herinvesteringsregeling is opgenomen in de overeenkomst. Deze herinvesteringsregeling ziet onder meer in redelijke afschrijftermijnen met betrekking tot eerder gepleegde investeringen. Wanneer een dergelijke regeling ontbreekt mag van de franchisenemer niet verwacht worden zonder meer mee te werken aan ombouw. Haalbaarheid van financiering van de ombouw wordt voorts vergroot wanneer aan de bank inzichtelijk kan worden gemaakt dat de financiële ruimte is gecreëerd voor de op handen zijnde restyling. Er zij in deze op gewezen dat bij het aanbieden van een geheel nieuwe overeenkomst na afloop van de reguliere vijfjaarstermijn, het geen automatisme is dat een dergelijke restyling zonder meer kan worden afgedwongen. Uit de rechtspraak is gebleken dat het formuleren van een dergelijke aanvullende voorwaarden bij contractsverlenging beslist niet zonder meer verlangd mag worden.
Franchisegever en franchisenemer doen er dus verstandig aan te anticiperen op ingrijpende aanpassingen van hun franchiseformule door middel van het treffende van adequate regelingen vooraf. Dit voorkomt nodeloze problemen bij de soms zo noodzakelijke invoering van een nieuwe winkelinrichting.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Leveringsstop door franchisegever wederom niet toegestaan”

Opnieuw heeft de president in kort geding zich uitgelaten over de vraag of een leveringsstop van een franchisegever jegens de franchisenemer was toegestaan, waarbij de franchisenemer een forse

De bedrijfsleider (werknemer) die franchisenemer wordt – fictieve dienstbetrekking?

Op 14 december 2016 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:11031 (Werkneemster/Espresso Lounge) zich gebogen over de situatie waarbij een werkneemster een

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Ga naar de bovenkant