Restyling, winkelinrichting

Binnen franchise-organisaties komt het geregeld voor dat de complete winkelinrichting dient te worden vervangen. Franchise-formules ontwikkelen zich en vragen van tijd tot tijd om aanpassing en vernieuwing. Als het concept verouderd is, is het van belang dat dergelijke herziening in één keer plaatsvindt, waarbij alle winkels idealiter tegelijkertijd in de nieuwe stijl kunnen worden gepresenteerd aan de consument. 

In een groot aantal gevallen voorziet de franchise-overeenkomst echter niet in een dergelijke verplichting naar de franchisenemer. Vanzelfsprekend is het van groot belang een dergelijke operatie eerst goed uit te testen en te evalueren in de franchiseraad. Bij gebleken pilot-succes en voldoende consensus in de franchiseraad ligt het voor de hand dat vervolgens alle winkels zullen worden omgebouwd. De franchisenemer kan hier alleen toe worden verplicht wanneer een adequate herinvesteringsregeling is opgenomen in de overeenkomst. Deze herinvesteringsregeling ziet onder meer in redelijke afschrijftermijnen met betrekking tot eerder gepleegde investeringen. Wanneer een dergelijke regeling ontbreekt mag van de franchisenemer niet verwacht worden zonder meer mee te werken aan ombouw. Haalbaarheid van financiering van de ombouw wordt voorts vergroot wanneer aan de bank inzichtelijk kan worden gemaakt dat de financiële ruimte is gecreëerd voor de op handen zijnde restyling. Er zij in deze op gewezen dat bij het aanbieden van een geheel nieuwe overeenkomst na afloop van de reguliere vijfjaarstermijn, het geen automatisme is dat een dergelijke restyling zonder meer kan worden afgedwongen. Uit de rechtspraak is gebleken dat het formuleren van een dergelijke aanvullende voorwaarden bij contractsverlenging beslist niet zonder meer verlangd mag worden.
Franchisegever en franchisenemer doen er dus verstandig aan te anticiperen op ingrijpende aanpassingen van hun franchiseformule door middel van het treffende van adequate regelingen vooraf. Dit voorkomt nodeloze problemen bij de soms zo noodzakelijke invoering van een nieuwe winkelinrichting.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Kamervragen gesteld over (schijn-)zelfstandigheid franchisenemers” – d.d. 24 juli 2019 – mr. M. Munnik

Over de zogenaamde schijnzelfstandigheid binnen de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer zijn onlangs Kamervragen gesteld.

Franchisenemer mag assortiment vreemd inkopen na verplichte formulewijziging – 6 juni 2019 – mr. J.A.J. Devilee

De rechtbank Oost-Brabant heeft zich onlangs in kort geding gebogen over een belangwekkende kwestie waarin een franchisenemer geheel onvrijwillig een alternatieve formule opgedrongen heeft gekregen.

Door mr. J.A.J. Devilee|06-06-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant