Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Bij (tussentijdse) beëindiging van de franchiseovereenkomst, eindigt de huurovereenkomst niet ook automatisch. Veelal bepalen franchisegevers in hun contracten met de franchisenemer dat de duur van de franchiseovereenkomst en huurovereenkomst synchroon lopen. Die bepaling is in beginsel ongeldig. 

Als een supermarktondernemer de bedrijfsruimte van de franchisegever huurt, dan is de ondernemer erg afhankelijk van de franchisegever. Gelukkig kent de wet huurbeschermingsregels. Zo geldt dat als de franchiseovereenkomst eindigt, niet ook de huurovereenkomst eindigt. 

Coop had tezamen met een franchisenemer aan de rechtbank toestemming gevraagd om de duur van de franchiseovereenkomst te koppelen aan de duur van de huurovereenkomst. De rechtbank maakt duidelijk dat de franchisenemer niet een zodanige maatschappelijke positie heeft in vergelijking met Coop. De franchisenemer behoeft de wettelijke huurbescherming jegens Coop. 

Het is niet de eerste keer dat als de franchiseovereenkomst eindigt, de supermarktondernemer een andere formule kan exploiteren, ondanks dat nog steeds van de oude supermarktorganisatie huurt. 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Ga naar de bovenkant