Rechtbank oordeelt dat coronacrisis geen overmacht oplevert – d.d. 10 april 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Als er niet betaald kan worden door het teruggelopen van inkomsten, dan is
er niet altijd sprake van een overmacht situatie. De rechtbank Den Bosch 23
maart 2020 (ECLI:NL:RBOBR:2020:1763) oordeelde dat een huurde geen beroep
op overmacht toekwam vanwege de coronacrisis, omdat er ook al vanaf de
aanvang van de huurovereenkomst en dus vóór de coronacrisis sprake was van
het te laat betalen van de huur. Met de coronacrisis kon de achterstand
niet ingelopen worden. De verhuurder vorderde de gehele achterstand,
vermeerderd met de boetes voor het te laat betalen. De rechtbank overwoog als volgt:
“Voor zover [gedaagden] met hun verweer een beroep hebben willen doen op
financieel onvermogen c.q. betalingsonmacht, geldt dat betalingsonmacht,
hoe vervelend ook voor [gedaagden], in de risicosfeer van [gedaagden] ligt
en hen niet van hun betalingsverplichtingen uit hoofde van de
huurovereenkomst jegens [eisers] ontslaat. De kantonrechter tekent daarbij
aan dat al van aanvang van de huurovereenkomst sprake is van te late
betalingen door [gedaagden], terwijl toen nog geen sprake was van de corona
crisis.”
De rechtbank oordeelt dat de gevorderde gehele huurachterstand en boete
zullen moeten worden betaald.
Misschien zou het oordeel anders zijn geweest als er helemaal geen sprake
was van een te late betaling voorafgaand aan de coronacrisis en de
betalingsachterstand geheel en uitsluitend toe te schrijven is aan de
coronacrisis.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Huurprijsverlaging en coronacrisis – d.d. 25 maart 2020 – mr. Th.R. Ludwig
In deze voor franchisegevers en franchisenemers zo turbulente tijd worden velen geconfronteerd met doorlopende verplichtingen die problematisch zijn geworden.
Franchiseovereenkomsten en de corona-crisis – d.d. 20 maart 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Een tijd van draconische maatregelen met verstrekkende gevolgen. Juridisch is er veel onduidelijkheid, ook in franchiseverhoudingen.
Aanprijzingen door de franchisegever in algemene bewoordingen zijn toegestaan – d.d. 6 maart 2020 – mr. A. W. Dolphijn
De grens tussen enerzijds aanprijzingen in algemene bewoordingen en anderzijds verwijtbare misleiding en een verkeerde voorstelling van zaken, blijft een lastige kwestie.
Artikel De Nationale Franchise Gids – Knowhow doorslaggevend voor toepassingsbereik Wet franchise – d.d. 5 maart 2020 – mr. R.C.W.L. Albers
Het zal weinigen in de branche ontgaan zijn dat op 10 februari jl. het wetsvoorstel van de Wet Franchise is ingediend bij de Tweede Kamer.
Column Franchise+ – Een conflict is te voorkomen, communiceer gewoon goed – februari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Formulewijzigingen zijn een boeiend onderwerp. Het is vaak onderwerp van conflicten, maar die conflicten zijn goed te voorkomen.
Incassofraude levert franchisegever 4 jaar gevangenisstraf en een boete van € 7 miljoen op – d.d. 25 februari 2020 – mr. J.A.J. Devilee
In een zeer exceptionele strafrechtelijke kwestie heeft het gerechtshof recent één van de directeuren van een (voormalig) franchisegever veroordeeld tot een gevangenisstraf en een boete.