Rayonbescherming geen bescherming tegen beëindiging wegens dringend eigen gebruik – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Het gerechtshof Den Haag heeft op 10 september 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2341, een beslissing genomen in de kwestie tussen Bram Ladage als franchisegever en één van haar franchisenemers. De vraag die aan de orde was, is of de franchisegever als verhuurder de huurovereenkomst kan beëindigen wegens dringend eigen gebruik, terwijl dit eigen gebruik, in de zin van rayonbescherming, op grond van de franchiseovereenkomst uitgesloten zou zijn.
De franchisegever had die huurovereenkomst opgezegd wegens dringend eigen gebruik, onder meer omdat zij de bedrijfsruimte weer zelf als snackbar wenste te gaan exploiteren en dat zij uit die exploitatie een beter rendement kan halen, dan de verhuur aan de franchisenemer. De franchisegever had daartoe een exploitatiebegroting opgesteld. Het hof overweegt dat, voor zover de franchisenemer bij het einde van de exploitatie recht zou hebben op een goodwillvergoeding (in de zin van artikel 7:308 BW), het verschil tussen de nettowinst bij de eigen exploitatie door de franchisegever enerzijds en de huuropbrengst voor de franchisegever anderzijds, zo groot is dat het nog steeds aannemelijk is dat met eigen exploitatie een hoger rendement kan worden behaald door de franchisegever.
De franchisenemer wees op het feit dat in de franchiseovereenkomst afgesproken was dat aan de franchisenemer het exclusieve recht toekomt om het Bram Ladage-systeem te gebruiken in de bedrijfsruimte.Volgens de franchisenemer betekent dit dat de franchisegever als verhuurder de huur niet kan opzeggen wegens dringend eigen gebruik, omdat nu juist dit eigen gebruik met de rayonbescherming in de franchiseovereenkomst uitgesloten is. De franchiseovereenkomst loopt immers nog door tot 1 januari 2023. Geoordeeld wordt echter door het hof dat de duur van de franchiseovereenkomst niet relevant is, nu de franchiseovereenkomst geen recht geeft op voortzetting van de huur van de bedrijfsruimte.
De looptijd van een franchiseovereenkomst biedt in deze kwestie dus geen garantie voor de tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst door de franchisegever op grond van dringend eigen gebruik, ook niet als in de franchiseovereenkomst rayonexclusiviteit afgesproken is.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Overnames en franchisenemersbelang
Het zal niemand zijn ontgaan, zeker het laatste jaar kan niet anders worden geconcludeerd dan dat de Nederlandse economie zich weer fors in de lift bevindt.
Welke rechter bij huur- en franchiseovereenkomst?
Welke rechter is bevoegd te oordelen over een samenhangende huur- en franchiseovereenkomst?
Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd”
De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+.
Franchisegever veroordeeld onder de Wet Acquisitiefraude
Voor de eerste keer heeft een rechter onder verwijzing naar de Wet Acquisitiefraude geoordeeld dat, als een franchisenemer stelt dat de franchisegever een ondeugdelijke prognose voorgehouden heeft
Overeenkomsten die samenhangen met de franchiseovereenkomst
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 31 oktober 2017 voor negentien franchisenemers gelijkluidende arresten gewezen (ECLI:NL:GHARL:2017:9453 t/m ECLI:NL:GHARL:2017:9472).
Column Franchise+ – mr. J. Sterk – “Franchisenemer doet bodycheck beter dan franchisecheck”
Een sportschool gaat in zee met een franchiseconcept dat in samenwerking met zorgverzekeraars “Bodychecks” en kortingen aanbiedt aan (potentiële) leden.