Prognoses en aansprakelijkheid: kijk soms verder
De regelmatige bezoeker van deze site zal er ongetwijfeld mee bekend zijn dat in franchiseverhoudingen de bij de aanvang van de franchiserelatie aan de franchisenemer verstrekte omzet- en resultaatsprognoses met enige regelmaat het onderwerp van geschil zijn, in het bijzonder wanneer deze door de betrokken franchisenemer niet worden behaald. Zeker wanneer het financieringsprofiel van het bedrijf van de franchisenemer op die prognoses is afgestemd, kan het in relevante mate niet behalen van de geprognosticeerde omzetten en resultaten tot bedrijfseconomisch moeizame situaties leiden, en in sommige gevallen zelfs faillissementen en dergelijke. Het is inmiddels vaste jurisprudentie dat een franchisenemer zijn franchisegever onder omstandigheden aansprakelijk kan stellen voor de als gevolg van een en ander door hem geleden schade. In veel gevallen is dat een één op één discussie tussen de direct bij dit conflict betrokkenen. In sommige gevallen echter is de franchisegever zelf op het verkeerde been gezet bij het opstellen dan wel beoordelen van de gewraakte prognoses. Natuurlijk stellen veel franchisegevers zelf hun prognoses op op basis van ervaringsgegevens. Vaak echter worden deze opgesteld door een marktonderzoeksbureau of door bijvoorbeeld een leverancier van de diensten die onderwerp uitmaken van de franchiseformule. Het is dan voor alle betrokkenen zaak zich daar goed rekenschap van te geven. In de eerste plaats voor de franchisegever, die in die derde leverancier van gegevens een mogelijke bliksemafleiding kan vinden, naar wie hij zijn aansprakelijkheid kan doorzetten, bijvoorbeeld door middel van een vrijwaringprocedure. Voor de franchisenemer is een en ander eveneens relevant. Het komt, zeker in deze tijden van crisis, nog al eens voor dat franchisegevers, zeker wanneer zij door meerdere franchisenemers tegelijk worden aangesproken, een prognoseconflict niet overleven. Het doorzetten van aansprakelijkheid kan onder omstandigheden het verschil betekenen tussen een faillissement of het voortbestaan van de organisatie, en het neerleggen van de aansprakelijkheid waar deze hoort. Het is dan ook zaak voor alle bij dit soort kwesties betrokkenen zich ter dege te verdiepen in de werkelijke en dieper liggende oorzaak van de problematiek, opdat de werkelijk verantwoordelijken daar op een juiste wijze bij worden betrokken.
Mr D.L. van Dam – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Mag een franchisenemer samenwonen met een concurrerende ondernemer?
Kan een franchisenemer een non-concurrentiebeding overtreden door samen te wonen met iemand die een concurrerende onderneming drijft? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 januari 2018
Geen exclusief verzorgingsgebied, toch exclusiviteit voor franchisenemer
In het vonnis van de rechtbank Noord-Holland d.d. 18 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3268, werd geoordeeld over het exclusiviteitsgebied van een franchisenemer.
Supermarktbrief – 23
AH mag bij overname personeel van AH-franchisenemers, loon niet afbouwen;
Opzegging of ontbinding franchiseovereenkomst door franchisenemer
In beginsel kunnen franchiseovereenkomsten tussentijds eindigen door bijvoorbeeld opzegging of ontbinding. De rechtbank Overijssel heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1335 geoordeeld over
Artikel in Entree: “Mailings versturen”
“Mag ik een bestand maken van de e-mailadressen van gasten omdat ik ze af en toe online wil informeren over evenementen, acties en nieuwe gerechten?”
Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Fictieve dienstbetrekking: Wet DBA verschuift verantwoordelijkheid”
De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) is nu enige tijd van kracht.