Post concurrentieverbod en overdracht van de onderneming aan de levenspartner

Een franchisenemer is een vennootschap. De franchisenemer en de privé persoon zijn beiden gebonden aan een post concurrentiebeding. Wordt dit verbod overtreden als de privé persoon de onderneming overdraagt aan zijn levenspartner, die tevens voorheen de bedrijfsleider was? De rechtbank Amsterdam, 13 juli 2023, ECLI:NL:RBAMS:2022:8632, oordeelde van niet. Het hangt immers vanaf wat er precies verboden is.

De franchiseovereenkomst is gesloten met een vennootschap die Mukano heet. In de franchiseovereenkomst is een post concurrentieverbod opgenomen, dat zie top Mukano alsmede de bestuurder en enig aandeelhouder. Dit beding luidt als volgt:

“Franchisenemer en franchisenemer in privé zullen rechtstreeks noch indirect gedurende één jaar na beëindiging van deze franchise-overeenkomst in het vestigingspunt goederen en diensten verkopen die kunnen concurreren met de goederen en diensten die het voorwerp zijn van deze franchise-overeenkomst”

Rond de beëindigingsdatum van de franchiseovereenkomst heeft Mukano vrijwel al haar activa (waaronder het personeel, de inventaris, de inrichting en voorraden) overgedragen aan een andere vennootschap. De (oud-)bedrijfsleider van Mukano, en tevens levenspartner van de enig aandeelhouder en bestuurder van Mukano, is daarvan de enig aandeelhouder en bestuurder.

Hoewel de rechtbank het met de franchisegever eens is dat voorgaande omstandigheden de nodige vragen oproepen, kunnen deze omstandigheden niet tot het oordeel leiden dat Mukano het non-concurrentiebeding heeft overtreden. Doorslaggevend hiervoor is, dat het beding naar haar letter betrekking heeft op de rechtstreekse of indirecte verkoop door Mukano van vergelijkbare goederen en diensten in de vestigingen. Van deze rechtstreekse of indirecte verkoop door Mukano is niet gebleken. Dat Mukano haar activa heeft verkocht, betekent nog niet dat zij ook indirect bij de verkoop van concurrerende goederen en diensten door deze derde betrokken is (geweest). Van een overtreding van het post concurrentieverbod is dus geen sprake.

Overigens had Mukano wel een betalingsachterstand bij de franchisegever. Mukano verweerde zich met name met het argument dat er nadere afspraken gemaakt zouden zijn die mede waren gericht op de verhoging van de winstgevendheid van Mukano en dat dit in praktijk tegenviel. Dit is volgens de rechtbank op zichzelf geen reden om te concluderen dat de franchisegever haar (ondersteunings)verplichtingen niet nakwam. Zoals de franchisegever terecht heeft aangevoerd, zijn partijen immers geen te behalen winsten overeengekomen en heeft de franchisegever zich (slechts) toegelegd op intensievere ondersteuning ten behoeve van een hogere winstgevendheid van de franchise voor Mukano. Mukano moet de achterstallige betalingen dus voldoen.

Uit deze uitpraak blijkt wederom het belang van de omschrijving van een post concurrentieverbod. Ook de omschrijving van de te verwachten (ondersteunings)verplichtingen van de franchisegever is van belang.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst

De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever

De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?

De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |
Ga naar de bovenkant