Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken die de franchisegever maakt over een voorgenomen herstructurering van de franchisegeversorganisatie, zo is onlangs bepaald in rechte.

Bij de interne franchisegeversorganisatie kunnen soms ingrijpende wijziging in de structuur en de governance doorgevoerd worden. Het gaat dus niet alleen om veranderingen in de merkstrategie, maar ook bijvoorbeeld ten aanzien van de (collectieve) inkoopvoorwaarden en de verstrengeling van belangen met inkooporganisaties of concurrenten. Eén en ander kan tot gevolg hebben dat er voor franchisenemers een hoop zal gaan veranderen.

Onlangs speelde de volgende zaak. Een franchisegever van een doe-het-zelf formule was op zoek naar draagvlak bij haar franchisenemers voor haar herstructureringsplannen. Aanvankelijk was er onvoldoende draagvlak voor de beoogde herstructurering. Toen de franchisegever haar herstructureringsplannen wilde aanpassen, was de vraag voor diverse franchisenemers wat de aanpassingen zouden zijn. Deze vragen werden naar het oordeel van de franchisenemers echter onvoldoende beantwoord. De franchisegever zette de herstructurering door, maar de franchisenemers legden zich daar niet bij neer. Het kwam tot een rechtszaak. Bij die gelegenheid heeft het gerechtshof de plicht van de franchisegever onderstreept om in dergelijke situaties tijdig en vooraf haar franchisenemers ruimhartig en adequaat te informeren over de gewijzigde herstructureringsplannen.

Uit andere rechtspraak blijkt ook dat franchisenemers bij reorganisaties binnen de organisatie van de franchisegever onder omstandigheden ruimhartig en adequaat geïnformeerd dienen te worden. In veel gevallen neemt de franchisenemersvereniging of franchiseraad dit op zich. Natuurlijk is dat een goede zaak. De collectieve belangen van de franchisenemers dienen dan wel parallel aan de individuele belangen te zijn. De individuele franchisenemers zouden hoe dan ook voor zichzelf moeten bepalen wat hun eigen juridische positie is.

Franchisenemers doen er goed aan om alert te zijn, in gesprek te blijven met de franchisegever en de vragen en antwoorden over en weer zo goed mogelijk schriftelijk te documenteren. Mocht er achteraf toch sprake blijken te zijn van een misverstand of onduidelijkheid, dan kan aan de hand van het gedocumenteerde vast teruggevonden kunnen worden of van adequate en ruimhartige informatievoorziening sprake is geweest.

Zie ook: De Nationale Franchisegids (klik hier) 

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Contractuele vereisten voor ontbinding niet in acht genomen? Geen rechtsgeldige ontbinding van de franchiseovereenkomst – d.d. 23 juli 2020 – mr. C. Damen

Mag een franchisegever de franchiseovereenkomst ontbinden wanneer zij haar eigen contractuele voorschriften niet in acht heeft genomen?

Door mr. C. Damen|23-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Wettelijk verbod op eenzijdig wijzigen van openingstijden door franchisegever – 13 juli 2020 – mr. J. Sterk

Wetsvoorstel staatssecretaris dat, kort samengevat, inhoudt dat de winkelier niet gebonden mag zijn aan eenzijdige wijziging van de openingstijden, gedurende de looptijd van de overeenkomst.

Door Jeroen Sterk|13-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Geen recht op verlenging franchiseovereenkomst – 6 juli 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Mag een franchisegever verlenging van de franchiseovereenkomst weigeren indien de franchisenemer niet instemt met gewijzigde voorwaarden van een nieuw te sluiten franchiseovereenkomst?

Door Alex Dolphijn|06-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Gerechtshof Amsterdam beperkt beroep franchisegever op concurrentieverbod – d.d. 6 juli 2020 – mr. T. Meijer

Door het gerechtshof Amsterdam is op 30 juni 20202 geoordeeld dat aan een franchisegever geen (onbeperkt) beroep op een contractueel concurrentieverbod toekomt.

Ga naar de bovenkant