Plenaire behandeling d.d. 9 juni 2020 in de Tweede Kamer van de Wet Franchise – d.d. 10 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Door Gepubliceerd Op: 10-06-2020Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

Op 9 juni 2020 is in de Tweede kamer het wetsvoorstel tot de Wet Franchise plenair behandeld. Er is een amendement en een motie ingediend.

Amendement van de leden Palland en Aartsen over dwingendrechtelijk karakter alleen voor in Nederland gevestigde franchisenemers. Met dit amendement wordt geregeld dat niet ten nadele van in Nederland opererende franchisenemers van de Wet franchise mag worden afgeweken. Afwijking is daarentegen wel toegestaan ten nadele van buiten Nederland opererende franchisenemers. Dus óók als tussen partijen (waarbij de franchisenemer buiten Nederland opereert) een rechtskeuze voor Nederlands recht gemaakt is, staat die keuze er niet aan in de weg dat in de franchiseovereenkomst van de Wet franchise afwijkende afspraken worden gemaakt ten nadele van die franchisenemer.

Motie van het lid Aartsen over een overlegorgaan van franchisegevers en franchisenemers. Met deze motie wordt de regering verzocht om vertegenwoordigers van franchisegevers en franchisenemers bij elkaar te brengen in een periodiek overlegorgaan en hen hierbinnen aan te moedigen om te komen tot modelafspraken- en overeenkomsten voor de invulling van de open normen uit de Wet Franchise.

Het wetsvoorstel is in algemene zin positief ontvangen en lijkt op weinig weerstand te stuiten bij de leden van de Tweede Kamer.

Het (ongecorrigeerd) verslag van de plenaire behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel tot de Wet Franchise is te lezen via de volgende link: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail/10ef6de4-abce-44d3-871b-a8537cd7e282#ide038e8f4

De Voorzitter heeft aangegeven dat volgende week over het wetsvoorstel, het amendement en de motie gestemd zal worden.

 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren? Ga naar

dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Bestuurdersaansprakelijkheid bij afwikkeling franchiseovereenkomst

Kan in privé de bestuurder van een franchisenemer-rechtspersoon aansprakelijk zijn jegens de franchisegever, indien de franchisenemer-rechtspersoon ten onrechte zaken niet aan de franchisegever

Artikel in Entree: “Huurprijzen”

“De verhuurder verhoogde jaarlijks de prijzen van het pand, maar sinds 2 jaar doet hij dit niet meer, misschien vergeet hij het wel. Mag hij een achterstallig bedrag later alsnog opeisen?”

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.

Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.

Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever

De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule

Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen

Ga naar de bovenkant