Overname inventaris en goederen

Menig franchiseovereenkomst, in het bijzonder waar het detailhandelsituaties betreft, bevat één of meer clausules met betrekking tot teruggave en/of overname van goederen en inventaris bij beëindiging van de franchiseovereenkomst. Deze bedingen blijken nogal eens verschillend van aard te zijn. Sommige bedingen gaan uit van een geheel vrijblijvende positie van de franchisegever, zowel wat betreft de mogelijkheid om goederen en/of inventaris terug te nemen, als wel voor wat betreft de vaststelling van de prijzen met betrekking tot goederen en/of inventaris. Andere bedingen gaan weer uit van een verplichte teruggave, gekoppeld aan marktconforme prijzen voor goederen en inventaris. Tevens zijn er bedingen die de franchisegever verplichten goederen en inventaris terug te nemen tegen marktconforme prijzen voor wat betreft de goederen, na aftrek van incourante voorraad en de waarde van de inventaris na vermindering van de relevante afschrijving. De laatste bedingen haken het meest aan met in de praktijk doorgaans bestaande financiële verplichtingen van de franchisenemer jegens de bank. De franchisegever wordt in deze dan betrokken in relatie tot het relevante financieringsarrangement en komt conform een dergelijk arrangement vervolgens een dergelijke regeling overeen. Deze regeling hoeft niet persé in de franchiseovereenkomst te worden opgenomen, maar kan tevens door partijen geregeld zijn in onderliggende financieringsovereenkomsten. Niet ongebruikelijk is dat een dergelijke verplichting echter tevens is opgenomen in de franchiseovereenkomst. Het betreft immers een belangrijke verplichting van franchisegever en franchisenemer jegens elkaar.

Franchisegever en franchisenemer doen er verstandig aan vooraf zich goed te realiseren wat een eventueel terugkoopregeling in de praktijk betekent. Op deze wijze wordt voorkomen dat er eventuele open einde regelingen kunnen ontstaan, die de belangen van hetzij de franchisegever, hetzij de franchisenemer, hetzij beide, op het moment van inroeping onvoldoende blijken te waarborgen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Seminar mrs. J. Sterk en M. Munnik – Donderdag 2 november 2017: “Belangrijke juridische ontwikkelingen voor franchisegevers”

Advocaten Jeroen Sterk en Maaike Munnik van Ludwig & Van Dam Advocaten praten u bij over de status van en de ontwikkelingen rondom De Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude.

Door Jeroen Sterk|02-11-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Goodwill bij einde franchiseovereenkomst

In een kwestie bij het gerechtshof Amsterdam 26 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3900 (Seal & Go) vorderde een franchisenemer een vergoeding van goodwill (ex artikel 7:308 BW) nadat de

Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Ga naar de bovenkant