Overname inventaris en goederen
Menig franchiseovereenkomst, in het bijzonder waar het detailhandelsituaties betreft, bevat één of meer clausules met betrekking tot teruggave en/of overname van goederen en inventaris bij beëindiging van de franchiseovereenkomst. Deze bedingen blijken nogal eens verschillend van aard te zijn. Sommige bedingen gaan uit van een geheel vrijblijvende positie van de franchisegever, zowel wat betreft de mogelijkheid om goederen en/of inventaris terug te nemen, als wel voor wat betreft de vaststelling van de prijzen met betrekking tot goederen en/of inventaris. Andere bedingen gaan weer uit van een verplichte teruggave, gekoppeld aan marktconforme prijzen voor goederen en inventaris. Tevens zijn er bedingen die de franchisegever verplichten goederen en inventaris terug te nemen tegen marktconforme prijzen voor wat betreft de goederen, na aftrek van incourante voorraad en de waarde van de inventaris na vermindering van de relevante afschrijving. De laatste bedingen haken het meest aan met in de praktijk doorgaans bestaande financiële verplichtingen van de franchisenemer jegens de bank. De franchisegever wordt in deze dan betrokken in relatie tot het relevante financieringsarrangement en komt conform een dergelijk arrangement vervolgens een dergelijke regeling overeen. Deze regeling hoeft niet persé in de franchiseovereenkomst te worden opgenomen, maar kan tevens door partijen geregeld zijn in onderliggende financieringsovereenkomsten. Niet ongebruikelijk is dat een dergelijke verplichting echter tevens is opgenomen in de franchiseovereenkomst. Het betreft immers een belangrijke verplichting van franchisegever en franchisenemer jegens elkaar.
Franchisegever en franchisenemer doen er verstandig aan vooraf zich goed te realiseren wat een eventueel terugkoopregeling in de praktijk betekent. Op deze wijze wordt voorkomen dat er eventuele open einde regelingen kunnen ontstaan, die de belangen van hetzij de franchisegever, hetzij de franchisenemer, hetzij beide, op het moment van inroeping onvoldoende blijken te waarborgen.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans
Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.
Artikel De Nationale Franchisegids: “Verdeling van (potentiële) klanten verboden?” – 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Binnen veel franchiseorganisaties worden afspraken gemaakt over de werving van (potentiële) klanten in een bepaald gebied.
Rayonbescherming geen bescherming tegen beëindiging wegens dringend eigen gebruik – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Kan franchisegever als verhuurder de huurovereenkomst beëindigen wegens dringend eigen gebruik, in de zin van rayonbescherming, terwijl dit op grond van de franchiseovereenkomst uitgesloten zou zijn.
Onredelijke vergoeding bij einde franchiseovereenkomst – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
In sommige franchiseovereenkomsten is bedongen dat de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst altijd minimaal een bepaald bedrag aan kosten verschuldigd is aan de franchisegever.
Juridische Franchisestatistiek 2019: lichte afname aantal franchisegeschillen
In 2018 werden 44 uitspraken gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarvan 12 hoger beroep zaken en één in cassatie (een prognosekwestie tegen Albert Heijn).