Overname inventaris en goederen
Menig franchiseovereenkomst, in het bijzonder waar het detailhandelsituaties betreft, bevat één of meer clausules met betrekking tot teruggave en/of overname van goederen en inventaris bij beëindiging van de franchiseovereenkomst. Deze bedingen blijken nogal eens verschillend van aard te zijn. Sommige bedingen gaan uit van een geheel vrijblijvende positie van de franchisegever, zowel wat betreft de mogelijkheid om goederen en/of inventaris terug te nemen, als wel voor wat betreft de vaststelling van de prijzen met betrekking tot goederen en/of inventaris. Andere bedingen gaan weer uit van een verplichte teruggave, gekoppeld aan marktconforme prijzen voor goederen en inventaris. Tevens zijn er bedingen die de franchisegever verplichten goederen en inventaris terug te nemen tegen marktconforme prijzen voor wat betreft de goederen, na aftrek van incourante voorraad en de waarde van de inventaris na vermindering van de relevante afschrijving. De laatste bedingen haken het meest aan met in de praktijk doorgaans bestaande financiële verplichtingen van de franchisenemer jegens de bank. De franchisegever wordt in deze dan betrokken in relatie tot het relevante financieringsarrangement en komt conform een dergelijk arrangement vervolgens een dergelijke regeling overeen. Deze regeling hoeft niet persé in de franchiseovereenkomst te worden opgenomen, maar kan tevens door partijen geregeld zijn in onderliggende financieringsovereenkomsten. Niet ongebruikelijk is dat een dergelijke verplichting echter tevens is opgenomen in de franchiseovereenkomst. Het betreft immers een belangrijke verplichting van franchisegever en franchisenemer jegens elkaar.
Franchisegever en franchisenemer doen er verstandig aan vooraf zich goed te realiseren wat een eventueel terugkoopregeling in de praktijk betekent. Op deze wijze wordt voorkomen dat er eventuele open einde regelingen kunnen ontstaan, die de belangen van hetzij de franchisegever, hetzij de franchisenemer, hetzij beide, op het moment van inroeping onvoldoende blijken te waarborgen.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Geen recht op verlenging franchiseovereenkomst – 6 juli 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Mag een franchisegever verlenging van de franchiseovereenkomst weigeren indien de franchisenemer niet instemt met gewijzigde voorwaarden van een nieuw te sluiten franchiseovereenkomst?
Gerechtshof Amsterdam beperkt beroep franchisegever op concurrentieverbod – d.d. 6 juli 2020 – mr. T. Meijer
Door het gerechtshof Amsterdam is op 30 juni 20202 geoordeeld dat aan een franchisegever geen (onbeperkt) beroep op een contractueel concurrentieverbod toekomt.
Vacature advocaat-medewerker
Ludwig & Van Dam advocaten is een geheel in franchise- en andere samenwerkingsverbanden gespecialiseerd advocatenkantoor en marktleider in zijn soort in Nederland.
Kwalitaria-franchisenemer in zijn hemd gezet – d.d. 2 juli 2020 – mr. J.A.J. Devilee
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een vonnis gewezen in een door een franchisenemer van Kwalitaria gestarte gerechtelijke procedure.
Supermarktnieuwsbrief -28-
Supermarktnieuwsbrief -28-
Artikel Franchise+ – “Onmiddellijke informatieverplichtingen franchisegevers bij werking Wet Franchise” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 25 juni 2020
Zodra de Wet franchise in werking treedt heeft dit onmiddellijk effect op franchiseovereenkomsten die nu al bestaan. De vraag is of de informatiestromen juridisch optimaal zijn ingericht.