Overleg: vormen en mogelijkheden

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat 

Overleg tussen de franchisegever en de franchisenemer vindt in de praktijk nogal eens plaats door middel van een franchiseraad. In deze raad zijn doorgaans de franchisenemers representatief vertegenwoordigd, waarbij zij, tezamen met de franchisegever op gezette tijden een aantal zaken bespreken die in het belang zijn van de gehele franchise-organisatie. Doorgaans betreft het hier zaken als produktinnovatie, marketing etcetera. Een franchiseraad kent doorgaans een adviesbevoegdheid en geen beslisbevoegdheid. 

Daarnaast komt het in de praktijk nogal eens voor dat franchisenemers onderling een franchisevereniging oprichten. Hierbij zijn de franchisenemers onderling verbonden, teneinde hun belangen te behartigen richting de franchisegever. Doorgaans komen hier dezelfde dan wel vergelijkbare onderwerpen aan bod. Meestal is er echter geen institutionaliseerde verplichting van de franchisegever met een dergelijke vereniging te overleggen. Hiervoor heeft de franchisegever doorgaans reeds een franchiseraad opgetuigd. 

Hoe verhoudt zich nu de franchiseraad in relatie tot de franchisevereniging? Het bestuur van de franchisevereniging acht het nogal eens wenselijk dat zij vertegenwoordigd is in de franchiseraad. Niet alle franchisegevers delen deze mening. In de praktijk komt een dergelijke vertegenwoordiging een enkele keer voor. Daarbij is dan sprake van een vertegenwoordiging van de vereniging, te weten (een vertegenwoordiging van) het bestuur. Deze vertegenwoordiging is dan aanwezig naast de representatieve vertegenwoordiging van de franchisenemers, in de vorm van de diverse overige leden-franchisenemers van de franchiseraad. Al met al een niet altijd praktisch even werkbare situatie. Beter ware het beide te integreren en hierin te anticiperen in de franchise-overeenkomst. Een praktische oplossing is een volwassen franchiseraad, waarbij al die onderwerpen naar voren kunnen komen die tevens aan de orde kunnen worden gesteld door het bestuur van een franchisevereniging. Een goede franchisegever is de hierboven geschetste problematiek dan ook voor.

In de praktijk speelt nogal eens de vraag in hoeverre adviezen van een franchiseraad en/of besluiten van de franchisevereniging (van franchisenemers) bindend zijn voor alle franchisenemers. Dit is alleen denkbaar indien dit expliciet is overeengekomen in de franchise-overeenkomst. Dit is evenwel zelden het geval. Denkbaar is echter dat, wanneer het bijvoorbeeld gaat om promotionele acties, hier wel degelijk rekening mee wordt gehouden bij het opstellen van de franchise-overeenkomst, dan wel de mogelijkheden van de franchise-overeenkomsten voorzien in diverse richtlijnen, zoals bijvoorbeeld opgenomen in een handboek, die een dergelijke praktische werking op dit punt mogelijk maken. Wanneer hieromtrent niets geregeld is, betekent dit niet dat in dit voorbeeld de franchisenemer niet gehouden is mee te werken aan bijvoorbeeld promotionele acties. Als franchisenemer wordt hij geacht tenminste in zekere mate mee te werken aan het ter beschikking gestelde franchisesysteem. Doorgaans is een dergelijke algemene bepaling ook wel opgenomen in de franchise-overeenkomst. Voor dit en andere voorbeelden geldt echter dat een deugdelijke regeling, opgenomen in de franchise-overeenkomst dan wel in richtlijnen, al dan niet geïncorporeerd in het handboek, een plezierige samenwerking dienen te waarborgen. Van het grootste belang is daarbij dat tenminste een franchiseraad of bijvoorbeeld een reclamecommissie in deze wordt geraadpleegd, waarbij franchisegever en franchisenemer hoe dan ook dienen te streven naar consensus. 

Mr Th.R. Ludwig is advocaat te Rotterdam. Het kantoor Ludwig & Van Dam advocaten is gespecialiseerd in franchising. 

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Ga naar de bovenkant