Opzegging huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik, het zal je maar overkomen

Vaak plotseling worden franchisenemer en franchisegever geconfronteerd met een huuropzegging wegens renovatie en/of doordat de verhuurder het pand zelf wil gaan gebruiken.
De franchisenemer en/of franchisegever die een winkelruimte huurt, wordt gelukkig in het huurrecht goed beschermd. Uitgangspunt is daarbij dat de franchisenemer en franchisegever in staat moeten zijn hun investeringen terug te verdienen. Huur is echter ook een naar tijd beperkt recht. De huurovereenkomst kan dus door de verhuurder tegen het einde van de overeengekomen termijn in beginsel worden opgezegd. Opzegging is onder andere mogelijk indien de verhuurder stelt het gehuurde zelf dringend nodig te hebben.

Kan de huurder dan zomaar op straat worden gezet? Nee, de opzegging van de verhuurder doet (in tegenstelling tot de opzegging van de huurder) ook na de opzegtermijn van minimaal één jaar, de huurovereenkomst niet eindigen. De verhuurder moet na de opzegging door een dagvaarding tevens ontruiming vorderen bij de kantonrechter. Gedurende die procedure blijft de huurovereenkomst voortduren. In deze procedure moet de verhuurder aannemelijk maken dat hij het gehuurde zelf dringend nodig heeft. Onder dat dringend nodig hebben wordt ook begrepen, renovatie die niet kan plaatsvinden gedurende de huurovereenkomst en de situatie dat de verhuurder in het gehuurde ten behoeve van een filiaal en/of franchisenemer een eigen vestiging wil exploiteren.

Zo heeft de Hoge Raad bepaald dat het is toegestaan dat een concurrerende retailformule die het pand van een andere formule had aangekocht met het doel daar een eigen winkel in te vestigen, de huur daarvan mocht opzeggen en werd ook de ontruiming toegewezen. Er was volgens de Hoge Raad in een dergelijke situatie geen sprake van misbruik van recht door op te zeggen.
Is het dan zo eenvoudig? Nee. Allereerst moet de nieuwe eigenaar, na aankoop, drie jaar wachten, voordat hij kan opzeggen. In deze bepaling is aldus volgens de Hoge Raad het misbruik aan een termijn gebonden. Bovendien kan de huurder een tegemoetkoming vorderen wegens verhuis- en herinrichtingskosten. Indien na de opzegging blijkt dat de eigenaar voordeel geniet van het feit dat hij een gelijksoortig bedrijf exploiteert als de huurder deed, kan de gewezen huurder daarnaast een goodwillvergoeding vorderen. Deze vordering kan echter pas worden ingesteld nadat de huurovereenkomst is geëindigd.

Verder mag de feitelijke ontruiming in de regel pas plaatsvinden nadat ook het hoger beroep, en voor zover van toepassing ook de Hoge Raad zich hebben uitgesproken over de ontruiming. Deze procedures nemen veel tijd in beslag.
De opzegging doet overigens ook de onderhuurovereenkomst automatisch eindigen. Dat wordt niet altijd tijdig onderkend. Wel kan de onderhuurder een schadevergoeding vorderen van de hoofdhuurder indien de hoofdhuurder zich onvoldoende heeft ingespannen om voor de belangen van de onderhuurder te waken. Meestal voeren hoofd- en onderhuurder dan ook samen verweer tegen de ontruiming.

In franchiseverhoudingen is het gelet op bovenstaande aan te bevelen dat zowel franchisenemer als franchisegever zich op de daarvoor geëigende momenten, bijvoorbeeld bij het aangaan van de franchiseovereenkomst en aan de vooravond van grote investeringen, alsmede bij voorgenomen verkoop, goed informeren over de mogelijkheden en risico`s van de looptijd van de hoofdhuurovereenkomst. Ook om die reden worden franchise- en (onder-) huurovereenkomst vaak qua looptijd aan elkaar gekoppeld.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020

Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.

Door Alex Dolphijn|09-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020

Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst

Door mr. C. Damen|26-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – “Wanneer geldt de exhibitieplicht voor het overleggen de franchiseovereenkomst?” d.d. 17 augustus 2020

Geldt de exhibitieplicht voor het tonen van een (franchise)overeenkomst in een procedure, wanneer de procespartijen niet in rechtsbetrekking staan tot de (franchise)overeenkomst?

Door mr. C. Damen|17-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant