Opzegging huurovereenkomst na aankoop winkelruimte

Door Gepubliceerd Op: 16-08-2011Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

 

Hoge Raad

Eind 2010 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de wachttijd die geldt bij opzegging wegens dringend eigen gebruik. Wettelijk bezien dient te koper van winkelruimte na verkrijging daarvan en mededeling van die verkrijging aan de huurder, drie jaar wachttijd in acht te nemen alvorens te worden opgezegd wegens dringend eigen gebruik, bijvoorbeeld wegens renovatie.

Eind vorig jaar heeft de Hoge Raad echter bepaald dat die wachttijd alleen geldt na huuropzegging wegens dringend eigen gebruik tegen het einde van de eerste huurtermijn, dat wil zeggen de eerste vijf jaar. Dit betekent met name voor schaarse winkelruimten dat het gemakkelijker wordt voor kopers van dergelijk onroerend goed, veelal schaarse supermarktlocaties, om op die wijze de concurrentiestrijd aan te binden, omdat men, in die gevallen waarin de huurovereenkomst langer duurt dan de eerste termijn, die huurovereenkomst na aankoop kan opzeggen, wegens een afweging van belangen en/of dringend eigen gebruik. Men is in beginsel alsdan alleen een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten verschuldigd aan de huurder. Daarenboven kan men in voorkomende gevallen worden gehouden het voordeel dat men geniet van het na ontruiming uitoefenen van een gelijksoortige activiteit te vergoeden. Dit zou voor (aspirant) huurders aldus aanleiding kunnen zijn te overwegen die huurovereenkomst voor een langere periode, dan in de regel vijf jaar, aan te gaan. Uiteraard dient het aangaan van de duur van een huurovereenkomst altijd tevens te worden afgewogen tegen andere risico’s. Voorts blijft het de vraag of de thans ingezette lijn van de Hoge Raad stand zal houden in andere en volgende zaken.

In het geval van gemengde huur-/franchise overeenkomsten, betekent dit onder andere dat de onderhuurder/franchisenemer een groter risico loopt op (voortijdige) beëindiging van de (onder)huurovereenkomst en daarmee voor partijen een groter belang kan ontstaan de duur van beide overeenkomsten goed en met voorgaande toestemming van de kantonrechter, aan elkaar te koppelen.

 

Mr J. Sterk – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

De bedrijfsleider (werknemer) die franchisenemer wordt – fictieve dienstbetrekking?

Op 14 december 2016 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:11031 (Werkneemster/Espresso Lounge) zich gebogen over de situatie waarbij een werkneemster een

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Ga naar de bovenkant