Opschorting uitbetalingen door de franchisegever toegestaan
De rechtbank Limburg oordeelde 30 maart 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:2287, dat een franchisegever over kon gaan tot het opschorten van de uitbetalingen aan een franchisenemer.
Op grond van de franchiseovereenkomst moet de franchisenemer de inning van lidmaatschapsgelden van haar leden laten plaatsvinden via een door de franchisegever aangewezen leverancier. De lidmaatschapsgelden int de franchisenemer dus niet rechtstreeks, maar via een door de franchisegever aangewezen facturerings- en betalingsverwerkingsdienst.
De franchisenemer had de franchiseonderneming ondergebracht in een B.V. Hiertoe ontbrak de instemming en medewerking van de franchisegever. Ingevolge de franchiseovereenkomst geldt dat het de franchisenemer namelijk niet is toegestaan direct of indirect een overdracht te bewerkstelligen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van franchisegever. Dat de franchisegever weet had van het bestaan van de B.V., en de franchisegever in haar correspondentie ook de B.V. adresseerde, maakt niet dat de franchisegever impliciet medewerking heeft gegeven aan de litigieuze overdracht. De B.V. was bovendien geen partij bij de franchiseovereenkomst en heeft te gelden als derde (zoals bedoeld in artikel 6:159 lid 1 BW). De franchisenemer had bovendien een contractueel voorkeursrecht bij voorgenomen overdracht van de franchiseonderneming, dat niet nagekomen is bij de overdracht van de franchiseondernemingen van de eenmanszaak naar de B.V.
De rechtbank oordeelt dat tekortgeschoten wordt in de nakoming van de verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. Derhalve had de franchisegever de uitbetalingen aan de franchisenemer kunnen (doen laten) opschorten (derdenbeding ex artikel 6:253 jo. 6:254 lid 1 BW).
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl
![Geld](https://www.ludwigvandam.nl/wp-content/uploads/2023/04/man-g3ba945dab_640.jpg)
Andere berichten
Hoe komt de (onder)huurovereenkomst tot stand?
Zoals bekend is het huurrecht voor een groot deel onderworpen aan (semi) dwingend recht.
Contractsvrijheid in franchising
Het post contractueel non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst is wellicht het meest bediscussieerde beding in franchiseland.
Restyling, winkelinrichting
Binnen franchise-organisaties komt het geregeld voor dat de complete winkelinrichting dient te worden vervangen.
Master-franchising: let op uw saeck
In toenemende mate doet het verschijnsel master-franchising haar intrede in Nederland.
Voor alle duidelijkheid
De laatste periode laat de praktijk zien dat discussies betreffende goodwillbetalingen bij het einde van een franchisesamenwerking nog altijd talrijk zijn.
Zelfstandigheid van franchisenemers: een nieuwe aflevering
In de praktijk komt het nogal eens voor dat het een franchisegever moeilijk valt nieuwe franchisenemers te werven.