Opschorting fee door franchisenemer op zichzelf niet automatisch grond voor opschorting goederenleveranties door franchisegever

Door Gepubliceerd Op: 01-12-2014Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

Recentelijk oordeelde de voorzieningenrechter te Assen dat een franchisegever ten onrechte de goederenleveranties had opgeschort. De kwestie betreft een geschil tussen een franchisenemer en zijn franchisegever. De franchisenemer exploiteert op grond van een franchiseovereenkomst sinds 2005 een tweetal vestigingen op basis van deze franchiseformule.

In de visie van de franchisenemer schiet de franchisegever tekort in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de franchiseovereenkomst. Zo is onder meer discussie ontstaan omtrent het in rekening brengen van een niet overeengekomen opslag op de geleverde  goederen en het, in strijd met de franchiseovereenkomst, niet in rekening brengen van marktconforme prijzen. Op grond hiervan vordert de franchisenemer (tezamen met 12 andere franchisenemers) in een eveneens aanhangig gemaakte bodemprocedure een schadevergoeding van de franchisegever. Voorts heeft de franchisenemer aangevoerd dat de franchisegever zonder overleg een laagste prijs garantie heeft afgekondigd en dat niet de nodige begeleiding wordt gegeven bij het voeren van de onderneming. Tevens stelt de franchisenemer dat hij in tegenstelling tot de eigen filialen van de franchisegever, wordt uitgesloten van aantrekkelijke acties. Op basis van de hiervoor genoemde gronden heeft de franchisenemer zijn betalingsverplichting ter zake van de franchise fee opgeschort.

In reactie op de opschorting van de franchise fee heeft de franchisegever de levering van goederen opgeschort en voorts heeft de franchisegever aangekondigd de franchiseovereenkomst te ontbinden, indien de franchisenemer in gebreke blijft met de betaling van de franchise fee.

Naar aanleiding hiervan heeft de franchisenemer een kort geding procedure geëntameerd en gevorderd dat de franchisegever wordt veroordeeld om de franchiseovereenkomst onverkort na te komen en per direct de leveringen aan zijn winkels te hervatten.

Aangezien de franchisegever de leveringen heeft opgeschort omdat de franchisenemer (de betaling van) de franchise fee heeft opgeschort, dient door de voorzieningenrechter te worden beoordeeld of de opschorting van de fee het opschorten van leveringen rechtvaardigt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit niet het geval. De franchisenemer heeft namelijk terecht aangevoerd dat er onvoldoende samenhang bestaat tussen de vordering van de franchisegever inzake de franchise fee enerzijds en de vordering van de franchisenemer met betrekking tot de levering van de bestelde goederen anderzijds. De door de franchisenemer bestelde goederen worden steeds door hem betaald. Bovendien is de voorzieningenrechter van oordeel dat de franchisenemer genoegzaam heeft toegelicht waarom hij meent gerechtigd te zijn tot opschorting van de franchise fee. Tevens acht de voorzieningenrechter, mede gelet op de afnameverplichting (de franchisegever had zich in 2009 aangewezen als verplichte leverancier) van de franchisenemer bij de franchisegever op straffe van verbeurte van een boete, een leveringsstop een te ingrijpende reactie op het opschorten van de franchise fee.

Alles afwegende oordeelt de voorzieningenrechter dat de franchisenemer zich in dezen terecht op de opschorting van de franchise fee kan beroepen. Gelet op het feit dat onvoldoende samenhang bestaat tussen de fee en de goederenleveranties kan de franchisegever geen beroep doen op opschorting hiervan. Derhalve wordt de franchisegever veroordeeld om de leveringen te hervatten. Aangezien ook de ontbinding op de opschorting van de fee is gebaseerd acht de voorzieningenrechter het beroep hierop eveneens ongegrond. Uit deze uitspraak blijkt eens te meer dat voor een vergaande maatregel als opschorting van leveringen allereerst een voldoende daarmee samenhangende tekortkoming is vereist. De vraag rijst hoe de voorzieningenrechter had geoordeeld wanneer ook de facturen inzake de goederenleveranties niet door de franchisenemer werden betaald. Ook bij een betalingsachterstand kan onder omstandigheden het opschorten van de leveringen echter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn. Zie ter zake onder meer een artikel van mr. J. Sterk: http://ludwigvandam.nl/toch-doorleveren-bij-betalingsachterstand-7-juni-2013-mr-j-sterk

 

Mr R.C.W.L. Albers – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar albers@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst ontduiken – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 10 november 2020

Een concurrentieverbod in een franchiseovereenkomst wordt door franchisenemers vaak als bezwaarlijk ervaren, temeer als het concurrentieverbod ook geldt na afloop van de franchiseovereenkomst.

Artikel Franchise+ – “Hoe kom ik van mijn schulden af: Ook voor franchisenemers en franchisegevers” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 20 oktober 2020

Ook voor franchisenemers en franchisegevers die in financieel zwaar weer verkeren, kan een reorganisatie noodzakelijk zijn om te kunnen blijven voortbestaan.

Door Alex Dolphijn|20-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Verplichting tot herinvesteringen voor franchisenemers kent grenzen” – d.d. 13 oktober 2020 – mr. R.C.W.L. Albers

In de praktijk komt het geregeld voor dat franchisegevers ervoor kiezen om hun franchiseformule en de daarbij passende uitstraling te vernieuwen

Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.

Door Alex Dolphijn|05-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant