Op het randje van het exclusieve rayon van een franchisenemer
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4395, over de vraag of een franchisegever net over de rand van het exclusief toegekende beschermingsgebied een filiaal mocht openen.
In de franchiseovereenkomst was afgesproken dat de franchisenemer een gebied toegekend krijgt met een straal van 300 meter rond het vestigingspunt. In dit gebied zou geen andere vestiging van de franchisegever komen.
De franchisenemer verwijt dat de franchisegever bij het sluiten van de overeenkomst niet heeft aangeven dat op 380 meter van de zaak van de franchisenemer een ander filiaal van de franchisegever zou worden geopend. De franchisenemer heeft onder meer aangevoerd dat met de vestiging aan de rand van het exclusiviteitsgebied er sprake is van concurrerende activiteiten die de winstgevendheid zou drukken. Aldus wordt de franchisegever een onrechtmatige daad verweten wegens schending van de precontractuele informatieplicht van de franchisegever.
De franchisenemer had volgens de rechtbank niet voldaan aan haar stelplicht dat het niet (goed) mogelijk zou zijn om twee winstgevende filialen op een afstand van 380 meter van elkaar in het centrum van Almere te exploiteren. Het gerechtshof volgt het oordeel van de rechtbank dat de franchisenemer haar stellingen onvoldoende onderbouwd heeft door geen informatie te geven over de door haar gerealiseerde omzet en over de verwachtingen die zij daarvan mocht hebben gelet op de aan haar verstrekte omzetcijfers.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.
Andere berichten
Verwerving supermarktlocatie door opzegging huurovereenkomst ten koste van zittende huurder mag van Hoge Raad
Op 25 april 2014 heeft de Hoge Raad ten tweede male bevestigd dat de wachttijd van drie jaar bij opzegging van de huurovereenkomst winkelruimte wegens dringend eigen gebruik na koop van het onroerend
Eenzijdige collectieve fee-verhoging door franchisegever ongeoorloofd
In een belangwekkende uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 april 2014, lag de vraag voor of een franchisegever een verhoging van een bijdrage mocht doorvoeren.
Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN) voert nader overleg met de Minister
Op 16 april 2014 heeft het al aangekondigde gesprek tussen de Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN), en het Ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden.
Exoneratie zorgplicht bij prognose franchisegever
In een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 april 2014, kwam de interessante vraag aan de orde of een samenwerking als franchise gekwalificeerd diende te worden.
Concurrentiebeding sneuvelt in kort geding
Onlangs oordeelde de voorzieningenrechter te Rotterdam dat een franchisenemer niet gehouden was aan het in de franchiseovereenkomst opgenomen concurrentiebeding.
Voorschot op schadevergoeding na ondeugdelijke prognose
In een fraai gemotiveerd kort gedingvonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 9 april 2014 was aan de orde de vraag of een voorschot betaald diende te worden op de schadestaatprocedure.