Ontbinding wegens afwijking adviesprijzen: mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar

Onlangs is een belangrijke uitspraak gedaan met betrekking tot sturing van marge en dito prijspolitiek.

Een fabrikant in matrassen ziet zich geconfronteerd met een dealer die op eigen initiatief 20% internetkortingen verstrekt op de consumentenadviesprijs van de matrassenfabrikant in kwestie.
Vervolgens heeft een groot aantal dealers direct na de lancering van de actie op deze website de matrassenfabrikant onder druk gezet om de handelwijze van de dealer in kwestie te doen beëindigen. De matrassenfabrikant heeft telkens het standpunt ingenomen dat het haar op zichzelf niet uitmaakt in welke omvang de dealers aan de consument kortingen geven, maar dat zij het zich niet kan veroorloven dat in de toekomst belangrijke dealers haar producten niet langer zouden willen verkopen omdat deze niet kunnen leven met de fikse kortingspraktijken van een andere dealer.

Aangezien de matrassenfabrikant om deze specifieke reden notabene de dealerovereenkomst zelfs opzegt, is er sprake van een extreem verregaande sanctie op het niet naleven van de consumentenadviesprijzen. Deze handelwijze is in strijd met het mededingingsrecht. Het komt er immers op neer dat de ondernemer die zich niet aan de adviesprijzen houdt, wordt buitengesloten op de meest verregaande wijze. Er vind immers geen discussie plaats of er al dan niet sprake is van indirecte zachte prikkeling om een bepaalde consumentenprijs te handhaven en/of deze gang van zaken al dan niet geheel gerechtvaardigd is. Nee, er volgt botweg beëindiging, nu juist specifiek om die reden en dat is mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar.

Het is goed dat het gerechtshof deze gang van zaken heeft doorzien en de opzegging van de samenwerkingsrelatie vervolgens nietig heeft verklaard.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst

De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever

De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?

De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Ga naar de bovenkant