Ontbinding wegens afwijking adviesprijzen: mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar
Onlangs is een belangrijke uitspraak gedaan met betrekking tot sturing van marge en dito prijspolitiek.
Een fabrikant in matrassen ziet zich geconfronteerd met een dealer die op eigen initiatief 20% internetkortingen verstrekt op de consumentenadviesprijs van de matrassenfabrikant in kwestie.
Vervolgens heeft een groot aantal dealers direct na de lancering van de actie op deze website de matrassenfabrikant onder druk gezet om de handelwijze van de dealer in kwestie te doen beëindigen. De matrassenfabrikant heeft telkens het standpunt ingenomen dat het haar op zichzelf niet uitmaakt in welke omvang de dealers aan de consument kortingen geven, maar dat zij het zich niet kan veroorloven dat in de toekomst belangrijke dealers haar producten niet langer zouden willen verkopen omdat deze niet kunnen leven met de fikse kortingspraktijken van een andere dealer.
Aangezien de matrassenfabrikant om deze specifieke reden notabene de dealerovereenkomst zelfs opzegt, is er sprake van een extreem verregaande sanctie op het niet naleven van de consumentenadviesprijzen. Deze handelwijze is in strijd met het mededingingsrecht. Het komt er immers op neer dat de ondernemer die zich niet aan de adviesprijzen houdt, wordt buitengesloten op de meest verregaande wijze. Er vind immers geen discussie plaats of er al dan niet sprake is van indirecte zachte prikkeling om een bepaalde consumentenprijs te handhaven en/of deze gang van zaken al dan niet geheel gerechtvaardigd is. Nee, er volgt botweg beëindiging, nu juist specifiek om die reden en dat is mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar.
Het is goed dat het gerechtshof deze gang van zaken heeft doorzien en de opzegging van de samenwerkingsrelatie vervolgens nietig heeft verklaard.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses
Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat
Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst
In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.
Supermarktbrief – 20
Onzekere juridische positie Emté franchisenemers
Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever
Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...
Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018
De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een
Artikel Franchise & Recht nr. 7 – Franchiseovereenkomst als algemene voorwaarden
Uniformiteit van de franchiseformule en (derhalve ook) uniformiteit van de afspraken met de franchisenemers, zal voor de franchisegever vaak van groot belang zijn.