Ontbinding wegens afwijking adviesprijzen: mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar
Onlangs is een belangrijke uitspraak gedaan met betrekking tot sturing van marge en dito prijspolitiek.
Een fabrikant in matrassen ziet zich geconfronteerd met een dealer die op eigen initiatief 20% internetkortingen verstrekt op de consumentenadviesprijs van de matrassenfabrikant in kwestie.
Vervolgens heeft een groot aantal dealers direct na de lancering van de actie op deze website de matrassenfabrikant onder druk gezet om de handelwijze van de dealer in kwestie te doen beëindigen. De matrassenfabrikant heeft telkens het standpunt ingenomen dat het haar op zichzelf niet uitmaakt in welke omvang de dealers aan de consument kortingen geven, maar dat zij het zich niet kan veroorloven dat in de toekomst belangrijke dealers haar producten niet langer zouden willen verkopen omdat deze niet kunnen leven met de fikse kortingspraktijken van een andere dealer.
Aangezien de matrassenfabrikant om deze specifieke reden notabene de dealerovereenkomst zelfs opzegt, is er sprake van een extreem verregaande sanctie op het niet naleven van de consumentenadviesprijzen. Deze handelwijze is in strijd met het mededingingsrecht. Het komt er immers op neer dat de ondernemer die zich niet aan de adviesprijzen houdt, wordt buitengesloten op de meest verregaande wijze. Er vind immers geen discussie plaats of er al dan niet sprake is van indirecte zachte prikkeling om een bepaalde consumentenprijs te handhaven en/of deze gang van zaken al dan niet geheel gerechtvaardigd is. Nee, er volgt botweg beëindiging, nu juist specifiek om die reden en dat is mededingingsrechtelijk ontoelaatbaar.
Het is goed dat het gerechtshof deze gang van zaken heeft doorzien en de opzegging van de samenwerkingsrelatie vervolgens nietig heeft verklaard.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Supermarktbrief – 25
Supermarktnieuwsbrief nr. 25
De toetsingsmaatstaf voor franchiseprognoses – d.d. 29 mei 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Het hof Den Bosch heeft op 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1037, de rechtspraak van de Hoge Raad over prognose bij franchising op een rij gezet.
Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik
Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid
Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans
Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.
De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1
Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.