Onrechtmatige opzeggen dealerovereenkomst
Gerechtshof ‘s-Gravenhage
Onlangs heeft het gerechtshof te ’s-Gravenhage geoordeeld in een kwestie waarbij een importeur en distributeur van een automerk een overeenkomst met één van haar dealers had opgezegd. De opzegging wordt op zichzelf niet bestreden door de dealer. Nog tijdens de duur van de overeenkomst start de dealer een dealerschap voor een ander automerk en informeert de opzeggende importeur en distributeur van het eerste automerk hieromtrent schriftelijk. Daarop beëindigt kort daarop het eerste automerk de dealerovereenkomst om reden dat de dealer niet zou hebben voldaan aan de contractuele eisen voor het hanteren van afzonderlijke verkoopruimte. De dealer bestrijdt dat dit in strijd is met de gesloten overeenkomst.
Partijen procederen bij de rechtbank, waarna hoger beroep wordt ingesteld bij het hof. Deze oordeelt dat de activiteit van de dealer om met een tweede automerk te starten niet in strijd is met de eerder gesloten overeenkomst en dat de dealer om meerdere redenen schade heeft geleden. Deze schade is onder meer veroorzaakt door het afsluiten van de communicatielijnen door het automerk, het aanstellen van een nieuwe dealer, alsmede door het feit dat het automerk de nieuwe dealer promotiemateriaal ter beschikking stelde waarmee deze laatste materieel kon fungeren als nieuwe dealer.
Omtrent de omvang van de schade overweegt het hof voorts het nodige en verwijst in deze de zaak terug naar de rol.
De onrechtmatige opzegging had voorkomen kunnen worden indien partijen zorgvuldig overleg hadden gevoerd omtrent de reikwijdte van de nieuwe activiteiten in relatie tot de bestaande dealerschap en hieromtrent wellicht goede afspraken hadden gemaakt. Thans is benadeling van de dealer ontstaan door opzegging, die ongerechtvaardigd en onrechtmatig bleek te zijn.
Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Franchisegever aansprakelijk voor fouten van een franchisenemer? – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 23 november 2020
Een franchiseorganisatie verzocht de rechtbank te verklaren dat de franchisgever niet aansprakelijk is als een franchisenemer een ernstige fout zou hebben gemaakt bij een klant.
De echte bedoelingen van partijen bij een franchiseovereenkomst – mr. C. Damen – d.d. 23 november 2020
Wat is nu werkelijk het idee geweest van partijen toen zij een franchiseovereenkomst sloten?
Concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst ontduiken – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 10 november 2020
Een concurrentieverbod in een franchiseovereenkomst wordt door franchisenemers vaak als bezwaarlijk ervaren, temeer als het concurrentieverbod ook geldt na afloop van de franchiseovereenkomst.
Artikel Franchise+ – “Hoe kom ik van mijn schulden af: Ook voor franchisenemers en franchisegevers” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 20 oktober 2020
Ook voor franchisenemers en franchisegevers die in financieel zwaar weer verkeren, kan een reorganisatie noodzakelijk zijn om te kunnen blijven voortbestaan.
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Verplichting tot herinvesteringen voor franchisenemers kent grenzen” – d.d. 13 oktober 2020 – mr. R.C.W.L. Albers
In de praktijk komt het geregeld voor dat franchisegevers ervoor kiezen om hun franchiseformule en de daarbij passende uitstraling te vernieuwen
Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)
De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.