Ondeugdelijke prognoses: geen ontbinding franchiseovereenkomst

Franchiseadvocaat, franchiseovereenkomst, prognose

Op 6 januari jl. heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Gravenhage een vonnis gewezen, die grote gevolgen kan hebben voor de franchisepraktijk. Op grond van dit vonnis zal het aanzienlijk moeilijker worden voor een franchisegever om een franchiseovereenkomst met een franchisenemer te ontbinden als de franchisegever eerder, ten tijde van het sluiten van de franchiseovereenkomst, ondeugdelijke prognoses heeft verstrekt aan deze franchisenemer.

Een ontbinding van een overeenkomst kan alleen plaatsvinden als er aan diverse elementen is voldaan, zoals, in bepaalde gevallen, verzuim aan de zijde van de andere partij. Als een franchisegever eerder een ondeugdelijke prognose heeft verstrekt aan een franchisenemer, dan zal de franchisegever van rechtswege (automatisch) in verzuim komen te verkeren, doordat zij een onrechtmatige daad pleegt jegens de franchisenemer. De franchisenemer zal daardoor op zijn beurt niet in verzuim komen te verkeren, zodat de franchisegever dientengevolge de ontbinding niet kan uitspreken.

Eén en ander is van belang voor de rechtsontwikkeling van de rechtspraak op het gebied van franchising, omdat er nog niet eerder zo duidelijk werd vastgesteld door een rechter dat, door het automatische verzuim van de franchisegever, een door de franchisegever ingeroepen ontbinding geen doel treft. In de praktijk zal dit inhouden dat franchisenemers, die ten tijde van het sluiten van de franchiseovereenkomst ondeugdelijke prognoses verstrekt hebben gekregen van hun franchisenemer, zich gemakkelijker kunnen verweren tegen een poging tot ontbinding van de franchiseovereenkomst door dezelfde franchisegever.

Franchisegevers doen er – ook om deze reden – derhalve goed aan om zorg te dragen dat alle prognoses die zij verstrekken aan potentiële franchisenemers deugdelijk zijn. Franchisenemers – op hun beurt – dienen zich bewust te zijn van de implicaties van het voorgaande, mochten zij in een dergelijke situatie terechtkomen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Ga naar de bovenkant