Ondeugdelijke prognoses: geen ontbinding franchiseovereenkomst

Franchiseadvocaat, franchiseovereenkomst, prognose

Op 6 januari jl. heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank te ’s-Gravenhage een vonnis gewezen, die grote gevolgen kan hebben voor de franchisepraktijk. Op grond van dit vonnis zal het aanzienlijk moeilijker worden voor een franchisegever om een franchiseovereenkomst met een franchisenemer te ontbinden als de franchisegever eerder, ten tijde van het sluiten van de franchiseovereenkomst, ondeugdelijke prognoses heeft verstrekt aan deze franchisenemer.

Een ontbinding van een overeenkomst kan alleen plaatsvinden als er aan diverse elementen is voldaan, zoals, in bepaalde gevallen, verzuim aan de zijde van de andere partij. Als een franchisegever eerder een ondeugdelijke prognose heeft verstrekt aan een franchisenemer, dan zal de franchisegever van rechtswege (automatisch) in verzuim komen te verkeren, doordat zij een onrechtmatige daad pleegt jegens de franchisenemer. De franchisenemer zal daardoor op zijn beurt niet in verzuim komen te verkeren, zodat de franchisegever dientengevolge de ontbinding niet kan uitspreken.

Eén en ander is van belang voor de rechtsontwikkeling van de rechtspraak op het gebied van franchising, omdat er nog niet eerder zo duidelijk werd vastgesteld door een rechter dat, door het automatische verzuim van de franchisegever, een door de franchisegever ingeroepen ontbinding geen doel treft. In de praktijk zal dit inhouden dat franchisenemers, die ten tijde van het sluiten van de franchiseovereenkomst ondeugdelijke prognoses verstrekt hebben gekregen van hun franchisenemer, zich gemakkelijker kunnen verweren tegen een poging tot ontbinding van de franchiseovereenkomst door dezelfde franchisegever.

Franchisegevers doen er – ook om deze reden – derhalve goed aan om zorg te dragen dat alle prognoses die zij verstrekken aan potentiële franchisenemers deugdelijk zijn. Franchisenemers – op hun beurt – dienen zich bewust te zijn van de implicaties van het voorgaande, mochten zij in een dergelijke situatie terechtkomen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Aanprijzingen door de franchisegever in algemene bewoordingen zijn toegestaan – d.d. 6 maart 2020 – mr. A. W. Dolphijn

De grens tussen enerzijds aanprijzingen in algemene bewoordingen en anderzijds verwijtbare misleiding en een verkeerde voorstelling van zaken, blijft een lastige kwestie.

Door Alex Dolphijn|06-03-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , , , , |

Artikel De Nationale Franchise Gids – Knowhow doorslaggevend voor toepassingsbereik Wet franchise – d.d. 5 maart 2020 – mr. R.C.W.L. Albers

Het zal weinigen in de branche ontgaan zijn dat op 10 februari jl. het wetsvoorstel van de Wet Franchise is ingediend bij de Tweede Kamer.

Incassofraude levert franchisegever 4 jaar gevangenisstraf en een boete van € 7 miljoen op – d.d. 25 februari 2020 – mr. J.A.J. Devilee

In een zeer exceptionele strafrechtelijke kwestie heeft het gerechtshof recent één van de directeuren van een (voormalig) franchisegever veroordeeld tot een gevangenisstraf en een boete.

Door mr. J.A.J. Devilee|28-02-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant