Ondeugdelijke prognose door ontbreken vestigingsplaatsonderzoek

De rechtbank Den Haag heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:3348 geoordeeld dat een prognose van een franchisegever ondeugdelijk was, waardoor de franchisenemer gedwaald had en de franchisegever onrechtmatig gehandeld had. 

Anders dan in de franchiseovereenkomst vermeld, had de franchisegever geen vestigingsplaatsonderzoek uitgevoerd. Evenmin had de franchisegever onderzoek onder eigen franchisenemers gedaan. De franchisegever heeft erkend dat zij bij het opstellen van de prognoses alleen gebruik heeft gemaakt van historische omzet- en winstgegevens (jaarcijfers) van een tweetal winkels. Verder had de franchisegever onvoldoende weersproken dat vorenbedoelde twee winkels, voor wat betreft winkeloppervlakte, locatie en assortiment, wezenlijk verschilden. 

De voorspellende waarde van (louter) historische omzet- en winstgegevens betrekkelijk is, juist nu de franchisegever conform haar franchiseformule zowel de inkoopprijzen als verkoopprijzen van haar franchisenemers bepaalt, aldus de rechtbank. 

De exploitatieresultaten blijken fors lager dan geprognosticeerd. De rechtbank overweegt dat de franchisegever in beginsel dient in te staan voor de deugdelijkheid van de (door haarzelf opgestelde) exploitatieprognoses die zij aan de franchisenemer had verstrekt. Immers, de franchisenemer mocht aannemen dat zij op de door de franchisegever verstrekte informatie kon afgaan, omdat een grote franchisegever, zoals in onderhavige kwestie, met meer dan honderd franchise-dierenspeciaalzaken in Nederland, geacht kan worden bij uitstek op de hoogte te zijn van alle voor de potentiële omzet van de v.o.f. relevante marktomstandigheden, en op basis daarvan in staat te zijn om realistische schattingen te maken van de uit die omstandigheden voortvloeiende omzetkansen. 

De rechtbank is op grond van het voorgaande dan ook van oordeel dat de door de franchisegever opgestelde exploitatieprognoses ondeugdelijk zijn en dat de franchiseovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling als gevolg van fouten in de door de franchisegever verstrekte exploitatieprognose. 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |
Ga naar de bovenkant