Onderzoek naar aantallen franchiseprocedures

Door Gepubliceerd Op: 20-05-2014Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

 

Recentelijk publiceerde wij op de website www.ludwigvandam.nl een kort inventariserend onderzoek naar de franchisejurisprudentie over de afgelopen zes jaar.

De op rechtspraak.nl als zodanig aan de hand van de zoekterm “franchise” herkenbare aantallen uitspraken werden gerubriceerd per onderwerp en er werd genoteerd of de procedure door franchisegever of franchisenemer werd gewonnen. Dit korte onderzoekje heeft vele pennen in beweging gebracht in de aanloop naar de discussie in de tweede kamer ter zake de roep om wetgeving. Sommigen concluderen uit het onderzoek, (overigens zonder de bron te vermelden), ten onrechte dat er geen structurele verslechtering zou hebben plaatsgevonden in de positie van franchisenemers. Met nadruk zij gesteld dat die conclusie uit het inventariserend onderzoek (nog) niet kan worden getrokken. Immers juist diegenen, veelal belanghebbenden, die dit stellen zouden zich moeten beseffen dat het voor vele franchisenemers vaak onmogelijk is om alleen al redenen van financiële aard een procedure tot een goed einde te brengen, als een faillissement en/of schuldsanering een procedure al niet onmogelijk maakt. Vele zaken worden daarom en ook om andere redenen geschikt. Daarnaast zijn er vele vormen van alternatieve geschilbeslechting zoals mediation en arbitrage, alsmede bindend advies, welke procedures in nagenoeg alle franchiseovereenkomsten zijn voorgeschreven. Sommige franchisegevers gaan zelfs zo ver dat zij buitenlandse arbitrage naar vreemd recht verplicht stellen. Ook blijken gespecialiseerd adviseurs aan beide zijden gelukkig in staat partijen tot een redelijke oplossing te bewegen om de gang naar de rechter te voorkomen. Tenslotte wordt niet alle jurisprudentie gepubliceerd. Hoewel het onderzoek dus wel iets zegt over de ontwikkeling in omvang versus tijd, alsmede de knelpunten die zich in de praktijk voordoen, mag daaruit niet worden geconcludeerd dat er geen behoefte is aan betere regulering. Al was het alleen maar omdat de omvang van de branche en de veela complexe kwesties daartoe inmiddels nopen.

Het onderzoek geeft dan ook niet meer dan een goede eerste inkijk, alsmede voor zover bekend, ook de enige cijfermatige onderbouwing van de discussie zoals die thans plaatsvindt over de al dan niet bestaande noodzaak om te komen tot wetgeving. Tot nog toe wordt namelijk, wel heel veel geschreven over de vermeende omvang en inhoud van de problematiek, doch heeft niemand zich de moeite getroost om dat niet alleen te baseren op enkele, vaak niet representatieve, incidenten, doch allereerst een poging te wagen om alvorens die conclusies te trekken inventariserend onderzoek te doen. 

 

Mr J. Sterk  – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar sterk@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Bestuurdersaansprakelijkheid bij afwikkeling franchiseovereenkomst

Kan in privé de bestuurder van een franchisenemer-rechtspersoon aansprakelijk zijn jegens de franchisegever, indien de franchisenemer-rechtspersoon ten onrechte zaken niet aan de franchisegever

Artikel in Entree: “Huurprijzen”

“De verhuurder verhoogde jaarlijks de prijzen van het pand, maar sinds 2 jaar doet hij dit niet meer, misschien vergeet hij het wel. Mag hij een achterstallig bedrag later alsnog opeisen?”

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.

Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.

Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever

De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule

Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen

Ga naar de bovenkant