Ondanks tegenclaim franchisenemer gerechtvaardigde ontbinding franchisecontract door franchisegever
Rechtbank Rotterdam
De Rotterdamse rechtbank heeft onlangs beslist dat betalingsachterstand van ruim € 80.000,– voldoende is voor de franchisegever om de franchiseovereenkomst te ontbinden.
De achterstallige betaling is voldoende voor beëindiging van de franchiseovereenkomst, ondanks het feit dat de franchisenemer aanvoert dat de franchisegever geen enkele marketinginspanning heeft verricht of marketingmaterialen heeft geleverd, terwijl de franchisenemer daar wel € 400.000,– voor heeft afgedragen. De beweerdelijke tegenclaim wordt volgens de rechtbank echter in het geheel niet onderbouwd. Voorts is niet gebleken dat de franchisenemer op enig moment de franchisegever in gebreke heeft gesteld, zodat er ook geen sprake kan zijn van verzuim aan de zijde van de franchisegever en daarmee geen opeisbare tegenvordering is ontstaan. Opschorting van de betalingsachterstand van ruim € 80.000,– is dan ook niet gerechtvaardigd.
De Rotterdamse rechtbank oordeelt dan ook dat de franchisegever de franchiseovereenkomst terecht ontbindt en verordonneert voorts dat de franchisenemer zich niet langer als franchisenemer naar buiten toe mag gedragen. Voorts dient de vordering van ruim € 80.000,– te worden voldaan.
Voor opschorting door de franchisenemer in een dergelijke situatie is noodzakelijk dat een gefundeerde onderbouwing, met inbegrip van ingebrekestelling, het geval is en niet dat de niet onderbouwde stelling voor het eerst in rechte aan de orde wordt gesteld.
Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Bestuurdersaansprakelijkheid bij afwikkeling franchiseovereenkomst
Kan in privé de bestuurder van een franchisenemer-rechtspersoon aansprakelijk zijn jegens de franchisegever, indien de franchisenemer-rechtspersoon ten onrechte zaken niet aan de franchisegever
Artikel in Entree: “Huurprijzen”
“De verhuurder verhoogde jaarlijks de prijzen van het pand, maar sinds 2 jaar doet hij dit niet meer, misschien vergeet hij het wel. Mag hij een achterstallig bedrag later alsnog opeisen?”
Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”
Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.
Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising
De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.
Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever
De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule
Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen