Ondanks tegenclaim franchisenemer gerechtvaardigde ontbinding franchisecontract door franchisegever
Rechtbank Rotterdam
De Rotterdamse rechtbank heeft onlangs beslist dat betalingsachterstand van ruim € 80.000,– voldoende is voor de franchisegever om de franchiseovereenkomst te ontbinden.
De achterstallige betaling is voldoende voor beëindiging van de franchiseovereenkomst, ondanks het feit dat de franchisenemer aanvoert dat de franchisegever geen enkele marketinginspanning heeft verricht of marketingmaterialen heeft geleverd, terwijl de franchisenemer daar wel € 400.000,– voor heeft afgedragen. De beweerdelijke tegenclaim wordt volgens de rechtbank echter in het geheel niet onderbouwd. Voorts is niet gebleken dat de franchisenemer op enig moment de franchisegever in gebreke heeft gesteld, zodat er ook geen sprake kan zijn van verzuim aan de zijde van de franchisegever en daarmee geen opeisbare tegenvordering is ontstaan. Opschorting van de betalingsachterstand van ruim € 80.000,– is dan ook niet gerechtvaardigd.
De Rotterdamse rechtbank oordeelt dan ook dat de franchisegever de franchiseovereenkomst terecht ontbindt en verordonneert voorts dat de franchisenemer zich niet langer als franchisenemer naar buiten toe mag gedragen. Voorts dient de vordering van ruim € 80.000,– te worden voldaan.
Voor opschorting door de franchisenemer in een dergelijke situatie is noodzakelijk dat een gefundeerde onderbouwing, met inbegrip van ingebrekestelling, het geval is en niet dat de niet onderbouwde stelling voor het eerst in rechte aan de orde wordt gesteld.
Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst
De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever
De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?
De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een
Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst
De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met
Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer
Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden
Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising
Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.
Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?
De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had