(On)betamelijk gedrag

In de praktijk komen situaties voor waarbij een franchisegever wordt geconfronteerd met gedragingen van één of meer franchisenemers die niet direct onder het bereik van de franchise-overeenkomst vallen. Te denken valt daarbij aan zaken die met hetgeen contractueel is overeengekomen niet direct enig raakvlak hebben, zoals de wijze van omgang met collega-franchisenemers en/of de franchisegever, het doen van uitlatingen naar derden, bijvoorbeeld de pers, omtrent het concept en de wijze van samenwerking, de wijze waarop met externe relaties van de franchise-organisatie wordt omgegaan, en, ontleend aan enige praktijkvoorbeelden, de wijze van omgang met conflicten binnen de organisatie. Veelal bevat de franchise-overeenkomst een geschillenregeling, maar die omvat over het algemeen slechts formele bepalingen met betrekking tot de wijze waarop een geschil aanhangig dient te worden gemaakt en voor welke instantie dat dient te geschieden.

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat wanneer franchisenemers op individuele basis een geschil met hun franchisegever hebben, zij medestanders voor hun zaak trachten te vinden onder collega-franchisenemers. In sommige gevallen leidt dat tot het oprichten van een belangenvereniging. Op zichzelf is daar natuurlijk niets tegen, doch wanneer een en ander de vorm krijgt van het doelbewust saboteren van de samenwerking door de franchise-organisatie, al dan niet via de pers, een slechte naam te bezorgen, dan wel collega-franchisenemers te trachten tegen de franchisegever op te zetten, kan het zo zijn dat dergelijke gedragingen onrechtmatig zijn, en als zodanig een reden de franchise-overeenkomst te ontbinden en schadevergoeding van de betrokken franchisenemer(s) te eisen. Omgekeerd is dat overigens ook mogelijk: ook een franchisegever kan zich jegens één of meerdere van zijn franchisenemers dusdanig gedragen dat dat tot onrechtmatigheid aanleiding geeft.
Niet voor niets bepaalt de Europese Erecode inzake Franchising dat, kort gezegd, partijen met welwillendheid jegens elkaar dienen om te gaan, juist ook in het geval van conflicten. Wanneer die welwillendheid niet wordt betracht, kunnen de grenzen van de betamelijkheid in zicht komen, al hebben partijen in een franchiserelatie daarover met elkaar geen afspraken gemaakt. Worden die grenzen overschreden, dan kan dat, zoals uit het voorgaande blijkt, ernstige en verstrekkende gevolgen hebben.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen

Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan

Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet

Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One

Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Leveringsstop door franchisegever wederom niet toegestaan”

Opnieuw heeft de president in kort geding zich uitgelaten over de vraag of een leveringsstop van een franchisegever jegens de franchisenemer was toegestaan, waarbij de franchisenemer een forse

Ga naar de bovenkant