(On)betamelijk gedrag

In de praktijk komen situaties voor waarbij een franchisegever wordt geconfronteerd met gedragingen van één of meer franchisenemers die niet direct onder het bereik van de franchise-overeenkomst vallen. Te denken valt daarbij aan zaken die met hetgeen contractueel is overeengekomen niet direct enig raakvlak hebben, zoals de wijze van omgang met collega-franchisenemers en/of de franchisegever, het doen van uitlatingen naar derden, bijvoorbeeld de pers, omtrent het concept en de wijze van samenwerking, de wijze waarop met externe relaties van de franchise-organisatie wordt omgegaan, en, ontleend aan enige praktijkvoorbeelden, de wijze van omgang met conflicten binnen de organisatie. Veelal bevat de franchise-overeenkomst een geschillenregeling, maar die omvat over het algemeen slechts formele bepalingen met betrekking tot de wijze waarop een geschil aanhangig dient te worden gemaakt en voor welke instantie dat dient te geschieden.

In de praktijk komt het nog wel eens voor dat wanneer franchisenemers op individuele basis een geschil met hun franchisegever hebben, zij medestanders voor hun zaak trachten te vinden onder collega-franchisenemers. In sommige gevallen leidt dat tot het oprichten van een belangenvereniging. Op zichzelf is daar natuurlijk niets tegen, doch wanneer een en ander de vorm krijgt van het doelbewust saboteren van de samenwerking door de franchise-organisatie, al dan niet via de pers, een slechte naam te bezorgen, dan wel collega-franchisenemers te trachten tegen de franchisegever op te zetten, kan het zo zijn dat dergelijke gedragingen onrechtmatig zijn, en als zodanig een reden de franchise-overeenkomst te ontbinden en schadevergoeding van de betrokken franchisenemer(s) te eisen. Omgekeerd is dat overigens ook mogelijk: ook een franchisegever kan zich jegens één of meerdere van zijn franchisenemers dusdanig gedragen dat dat tot onrechtmatigheid aanleiding geeft.
Niet voor niets bepaalt de Europese Erecode inzake Franchising dat, kort gezegd, partijen met welwillendheid jegens elkaar dienen om te gaan, juist ook in het geval van conflicten. Wanneer die welwillendheid niet wordt betracht, kunnen de grenzen van de betamelijkheid in zicht komen, al hebben partijen in een franchiserelatie daarover met elkaar geen afspraken gemaakt. Worden die grenzen overschreden, dan kan dat, zoals uit het voorgaande blijkt, ernstige en verstrekkende gevolgen hebben.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Artikel Franchise & Recht nr. 7 – Franchiseovereenkomst als algemene voorwaarden

Uniformiteit van de franchiseformule en (derhalve ook) uniformiteit van de afspraken met de franchisene­mers, zal voor de franchisegever vaak van groot belang zijn.

Franchisegever in de zorg is geen zorgaanbieder

De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) schept de mogelijkheid dat van overheidswege maatregelen worden opgelegd aan zorginstellingen om de benodigde kwaliteit van de zorg te waarborgen.

Het klantenbestand van de franchisenemer

Als de samenwerking tussen een franchisenemer en een franchisegever eindigt, kan de vraag opkomen wie de klanten zal blijven bedienen.

Ga naar de bovenkant